Paus Pius XII - 7 juli 1952
Indien zelfs sommigen, door leugen en laster bedrogen openlijke vijandschap jegens Ons koesteren, zijn Wij jegens hen van een groter medelijden en van een vuriger genegenheid bezield.
Zonder twijfel hebben Wij, - zoals de plicht van Ons ambt dit eist - de dwalingen, welke de voorstanders van het goddeloze communisme leren en tot zeer grote schade van de burgers trachten te propageren, veroordeeld en verworpen, maar in plaats van de dwalenden van Ons af te stoten, wensen Wij, dat deze tot de waarheid terugkeren en op de rechte weg teruggebracht worden. Wij hebben bovendien deze leugens, die dikwijls onder de valse schijn van de waarheid zijn aangeboden, ontmaskerd en afgekeurd, juist omdat Wij jegens U een vaderlijke genegenheid koesteren en Uw heil voor ogen hebben. Wij hebben inderdaad de vaste zekerheid, dat voor U uit deze dwalingen niets anders dan zeer grote schade voortkomt, want zij onttrekken aan Uw geest niet alleen dat bovennatuurlijk licht en die grote vertroostingen, welke uit de liefde tot en de eerbied voor God voortkomen, maar ontnemen U ook de menselijke waardigheid en de rechtvaardige, aan de burgers verschuldigde vrijheid.