Onder de werken van Johannes van Salisbury zou ik er twee willen vermelden, die als zijn meesterwerken gelden en de elegante Griekse titels dragen “
Johannes van Salisbury
Metaloghicon
Ter verdediging van de logica ()” (Ter verdediging van de logica) en “
Johannes van Salisbury
Polycraticus
De bestuursman ()” (De bestuursman). In het eerste werk weerhoudt hij – met fijne ironie, die eigen was aan vele gecultiveerde mensen – de stelling van hen die een beperkende opvatting hadden over cultuur en ze als lege welsprekendheid, nutteloze woorden beschouwden. Johannes zingt daarentegen de lof van de cultuur, van de ware filosofie, die een ontmoeting is tussen een sterke gedachte en de communicatie, namelijk het doeltreffende woord. Hij schrijft: “Zoals welsprekendheid die niet verhelderd wordt door de rede, niet alleen vermetel is maar ook blind, zo is ook wijsheid die niet geniet van het gebruik van het woord, niet alleen zwak maar in zekere zin ook geamputeerd: zelfs indien wijsheid zonder woorden, nuttig kan zijn voor wie ze beseft, is zij zelden en van weinig nut voor de samenleving”
Johannes van Salisbury, Ter verdediging van de logica, Metaloghicon. 1,1: PL 199,327. Een zeer eigentijdse les. Vandaag is wat Johannes “welsprekendheid” noemt, namelijk de mogelijkheid om te communiceren door middel van de meest uitgewerkte en verspreide instrumenten, sterk toegenomen. Nochtans blijft de noodzaak om boodschappen mee te delen die met “wijsheid” begiftigd zijn, ’t is te zeggen door waarheid, goedheid, schoonheid geïnspireerd zijn, des te groter. Het gaat om een grote verantwoordelijkheid die vooral personen treft die in het veelzijdige en complexe milieu werkzaam zijn van cultuur, communicatie en
media. Het is een domein waarop men het Evangelie met missionaire kracht kan verkondigen.