H. Paus Paulus VI - 10 juni 1969
Die betrekkingen getuigen van ons verlangen om de huidige ondernemingen 'voortgang te zien boeken, naargelang onze mogelijkheden ten aanzien van mensen en ten aanzien van benodigde middelen dat zullen toestaan. Een dergelijke ontwikkeling vraagt erom, dat op plaatselijk niveau de christenen worden voorbereid op de oecumenische dialoog en samenwerking. Is dat ook niet de reden, dat binnen de Katholieke Kerk de bevordering van de oecumenische inspanningen aan de naarstige zorgen en de wijze leiding van de bisschoppen is toevertrouwd Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over de oecumene, Unitatis Redintegratio (21 nov 1964), 4, volgens de normen door het Vaticaans Concilie vastgesteld en nader uitgewerkt in het Oecumenisch Directorium?