23 juni 1984
Terwijl wij de Heer danken die het ons mogelijk heeft gemaakt elkaar te ontmoeten en de troost te ervaren van het geloof dat wij gemeenschappelijk hebben (Rom. 1, 12) en tegenover de wereld het mysterie van de persoon van het mensgeworden Woord en zijn verlossingswerk, de onwrikbare grondslag van dat gemeenschappelijk geloof te verkondigen, verplichten wij ons plechtig alles te doen wat in ons is om de laatste belemmeringen die de volle gemeenschap tussen de katholieke Kerk en de syrisch-orthodoxe Kerk van Antiochié nog in de weg staan te verwijderen, zodat wij met één hart en één stem het Woord kunnen verkondigen: “Het ware licht dat iedere mens verlicht” en dat allen “die in zijn naam geloven kinderen van God vermogen te worden” (Joh. 1, 9-12).
Rome, 23 juni 1984.
Paus Johannes Paulus II
Moran Mar Ignatius Zakka I Iwas,
Syrisch-orthodoxe patriarch van Antiochië van de Syriërs en van het hele Oosten