19 oktober 2009
"Met de instellingswoorden stellen de kracht van de woorden en van de handeling van Christus en de kracht van de Heilige Geest, zijn Lichaam en Bloed onder de gedaanten van brood en wijn, zijn offer dat eens voor altijd op het kruis gebracht werd, sacramenteel tegenwoordig" Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 1353.
De anafora is in zich dankzegging en lofprijzing voor God de Vader die ons heeft geschapen en verlost door zijn Zoon, van wie we de dood en het mysterie van zijn verrijzenis vieren. En het voornaamste gedeelte ervan bestaat in het verhalen van de instelling van de Eucharistie waardoor het mysterie van Christus aanwezig komt door de verandering van de substantie van de gaven in de substantie van zijn Lichaam en Bloed.
De instellingswoorden mogen niet losgemaakt worden van de aanroeping van de scheppende Geest en van het mysterie van de verrijzenis; want in de Eucharistie is de verrezen Christus aanwezig en door de kracht van de almachtige Geest zijn ook het Lichaam van Christus en zijn Bloed onder de gedaanten van brood en wijn tegenwoordig, en door middel van de geldig gewijde priester offert zich tegelijk de eeuwige Hogepriester aan de Vader. Door de heilige geheimen verlost Hij ons, maakt Hij ons zalig, maakt Hij ons door de genade deelachtig aan het goddelijk leven dat Hij als de Zoon van nature bezit.