19 oktober 2009
Doet dit tot mijn gedachtenis - Deze woorden van Jezus Christus passen in de traditie van de gedachtenisviering die in een heilige rite de bevrijding herdacht die God had bewerkt, toen Hij zijn volk uit Egypte leidde waarover het boek Exodus uitgebreid vertelt. In de Pascharitus op de veertiende dag van de maand Abib (Nissan) bereidde men jaarlijks een maaltijd waarbij het joodse volk op bevel van de Heer herdacht dat het uit Egypte bevrijd was (Ex. 12, 1-14). De naam Pascha (pesah) zelfverwijst naar de voorbijgang van de Heer waarbij Hij de Israëlieten bevrijdde, terwijl Hij de Egyptenaren strafte. Zo begon de Uittocht. Tijdens het Paschamaal moeten de Israëlieten ongedesemd brood eten (omdat ze haastig vertrokken uit het land van Egypte), tevens bittere groenten (om hun slavernij niet te vergeten die vol bitterheid was geweest) en een lam waarvan zij het bloed hadden uitgestreken over de posten en de bovenbalken van hun deuren, opdat door dit teken God de eerstgeborenen onder de zonen van Israël zou sparen.
"Deze dag moet gij tot een gedenkdag maken". Hier wordt het Hebreeuwse woord zikkaron (memoriale, gedachtenisviering) gebruikt. Het betekent niet een loutere herinnering want de Israëlieten brachten wanneer zij het Pascha vierden, de wonderdaden die God verricht had, opnieuw voor zijn aanschijn als het ware om God met nadruk te herinneren aan zijn daden, opdat Hij, trouw aan zichzelf en aan zijn raadsbesluit, voortdurend dergelijke dingen opnieuw zou bewerken bij zijn volk. Het Pascha nu was de voornaamste gedachtenisviering (Ex. 13, 3-10), omdat God zelf zich, wanneer het voor zijn aanschijn herdacht werd, door zijn woord verplichtte opnieuw heil te brengen aan zijn volk Israël.
Het bloed van het nieuwe verbond - Toen Jezus Christus de derde beker nam, dat wil zeggen de beker der zegening in de joodse ritus, bepaalde Hij dat het de beker was met zijn Bloed, dat op het kruis zou vloeien. Dit is het Bloed van Jezus zelf, dat het nieuwe verbond bezegelt. Het volgt op en komt in de plaats van het bloed waarmee Mozes het oude verbond bekrachtigde (Ex. 24, 1-8).
Van dit nieuwe verbond is sprake toen Jeremia indertijd profeteerde: "Er komt een tijd - godsspraak van de Heer - dat Ik met het huis van Israël en het huis van Juda een nieuw verbond sluit. ... " (Jer. 31, 31-34).
Offer van verzoening - De bladzijden van het Oude Testament waarop de Dienaar van de Heer beschreven wordt, zijn buitengewoon ontroerend. Immers in Jesaja 53 wordt een geheimzinnige persoon beschreven, onschuldig, man van smarten en bekend met onze zwakheid, gewond vanwege de zonden van zijn volk, die zwijgend de zonden van "velen" draagt. Het woord "velen" gebruikt ook Jezus Christus bij de instelling van de Eucharistie (Mc. 14, 22-25)(Mt. 26, 26-29) en dit woord komen we ook tegen in het evangelievers over de taak van de Mensenzoon: "De Mensenzoon is niet gekomen om gediend te worden, maar om te dienen en zijn leven te geven als losprijs voor velen" (Mt. 20, 28).
Zo zien wij in dat Christus de rol speelt en de taak vervult van de Dienaar van de Heer die zichzelf overlevert om een zoenoffer te zijn voor de zonden van het menselijk geslacht (Jes. 53, 10). In de Griekse teksten van het instellingsverhaal van de Eucharistie worden de voorzetsels "hyper" en "peri" gebruikt die gewoonlijk gebezigd worden wanneer er sprake is van zoenoffers en die de persoon aanduiden die door het zoenoffer begunstigd wordt. Ook is er sprake van het vergieten van bloed (ekchinomenon).
Wat Christus heeft gedaan bij het Laatste Avondmaal - Jezus Christus heeft het offer ingesteld van het Nieuwe en Eeuwige Testament of verbond dat bezegeld is door zijn bloed op het kruis dat Hij tevens als een gedachtenisviering van zijn dood en verrijzenis aan zijn Kerk naliet: "Want telkens als ge dit brood eet en de beker drinkt, verkondigt gij de dood des Heren, totdat Hij komt" (1 Kor. 11, 26). Toen Christus de Eucharistie instelde, gaf Hij zich werkelijk over aan de zijnen, opdat zij zijn Lichaam zouden eten en zijn Bloed zouden drinken. Hierover heeft Paus Benedictus XVI in duidelijke bewoordingen gesproken in zijn encycliek Paus Benedictus XVI - Encycliek
Deus Caritas Est
God is Liefde
(25 december 2005) Paus Benedictus XVI - Encycliek
Deus Caritas Est
God is Liefde
(25 december 2005). Sacramenteel werd het offer voltrokken dat een weinig later op het kruis zou worden gebracht, toen Christus zich bloedig offerde en verrees op de derde dag.