
Paus Pius XII - 8 september 1951
De boeien, de martelingen, de pijnen, de zuchten, het bloed van de ontelbaar velen, die, bekend of onbekend, in de laatste tijd geleden hebben en ook nu nog lijden om hun standvastigheid in de deugd en hun belijdenis van het christelijk geloof, roepen met steeds luider stem allen op tot deze heilige eenheid van de Kerk.
De hoop op de terugkeer van de broeders en zonen, die reeds zo lang van deze Apostolische Stoel zijn afgescheiden, is sterker geworden door het harde en bloedige martelaarskruis van zoveel andere broeders en zonen. Dat toch niemand het heilswerk van God belette of verwaarloze! Tot deze zegenrijke en blijde terugkeer nodigen wij met dringende vaderlijke aansporing ook hen uit, die de dwaalleer van het nestorianisme en van het monofysitisme aanhangen. Laten zij er van overtuigd zijn, dat wij het als de schitterendste edelsteen aan de kroon van ons apostolaat zullen beschouwen, indien het ons gegeven wordt, liefde en eer te bewijzen aan hen, die ons des te dierbaarder zijn, naarmate hun langdurige afwezigheid een groter verlangen in ons gewekt heeft.