
Paus Pius XII - 8 september 1951
Het is zeer zeker te betreuren, dat enkele tegenstanders van het Concilie van Chalcedon uit de oudheid, die eveneens monofysieten worden genoemd, zulk een klare, zuivere en volledige geloofsleer verworpen hebben op grond van enkele verkeerd begrepen uitdrukkingen van de oude vaders. Want al verzetten zij zich tegen Eutyches met zijn ongerijmde bewering over de vermenging van de twee naturen in Christus, toch hielden zij hardnekkig vast aan de bekende formule: "Eén mensgeworden natuur van het Woord Gods". Deze formule gebruikte de H. Cyrillus van Alexandrië Alinea 30 als afkomstig van St. Athanasius, maar in orthodoxe zin, omdat hij natuur voor persoon bezigde. Maar door de vaders van Chalcedon werd het onvaste en onzekere voorgoed uit die termen weggenomen. Immers door voor de menswording van Christus precies dezelfde terminologie te gebruiken als in de leer over de Heilige Drie-eenheid, vereenzelvigden zij enerzijds natuur en essentie, anderzijds persoon en hypostase. Zij oordeelden, dat deze laatste twee synoniemen scherp onderscheiden moesten worden van de eerste twee, terwijl de bovengenoemde dissidenten natuur gelijk stellen met persoon, en niet met essentie. Volgens het algemeen aanvaarde en zuivere taalgebruik moet men bij God spreken van één natuur en drie personen en bij Christus van één persoon en twee naturen.