H. Paus Johannes Paulus II - 2 februari 2001
De geschiedenis leert dat in situaties waarin katholieke gelovigen werden begeleid in hun emigratie naar andere landen, zij hun geloof niet alleen behielden, maar zelfs vruchtbare bodem vonden om het te verdiepen, persoonlijker te maken en er in hun leven van te getuigen. In de loop der eeuwen is migratie steeds een middel gebleken om de christelijke boodschap in hele land-streken te verkondigen. In onze tijd tekent zich een radicale verandering af in het beeld van de migratie: enerzijds neemt de stroom katholieke migranten af, anderzijds is er een groeiende stroom niet-christelijke migranten, die zich vestigen in landen waarvan de bevolking overwegend katholiek is.
In de encycliek H. Paus Johannes Paulus II - Encycliek
Redemptoris Missio
Over de blijvende geldigheid van de missie-opdracht
(7 december 1990) heb ik gewezen op de taak van de Kerk ten aanzien van niet-christelijke migranten, waarbij ik onderstreepte dat zij, door zich ergens te vestigen, nieuwe mogelijkheden voor contact en culturele uitwisseling creëren. Deze vormen voor de christelijke gemeenschap een aansporing tot een warm onthaal, een dialoog, hulp en verbondenheid. Dit veronderstelt een dieper besef van het belang van de katholieke leer omtrent niet-christelijke godsdiensten, Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Verklaring, Over de houding van de Kerk tegenover niet-christelijke godsdiensten, Nostra Aetate (28 okt 1965) om een aandachtige, doorlopende en respectvolle interreligieuze dialoog te kunnen voeren als middel tot wederzijdse kennisvergaring en verrijking. "In het licht van de heilseconomie", schreef ik in bovengenoemde encycliek H. Paus Johannes Paulus II - Encycliek
Redemptoris Missio
Over de blijvende geldigheid van de missie-opdracht
(7 december 1990), "ziet de Kerk geen tegenstelling tussen de verkondiging van Christus en de dialoog tussen de godsdiensten, maar voelt zij de noodzaak deze te verenigen in het kader van haar missie ad gentes. Het is nodig dat deze twee elementen zowel hun innerlijk verband als hun onderscheid bewaren; daarom moeten zijn niet worden verward noch misbruikt noch gelijkwaardig geacht, alsof zij onderling verwisselbaar waren." H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, Over de blijvende geldigheid van de missie-opdracht, Redemptoris Missio (7 dec 1990), 55