Wat de Openbaring ons meedeelt over de persoonlijkheid en de rol van de heilige Michaël is weliswaar vol leemten, maar toch zeer welsprekend. Hij is de Aartsengel
Vgl. Judas 1, 9, die zich voor de onvervreemdbare rechten van God inzet. Hij is “de grote Engelvorst die het voor de kinderen van het volk Gods opneemt”
Vgl. Dan. 12, 1
, waaruit de Verlosser zal voortkomen. Het nieuwe volk Gods is nu de Kerk. Dat is nu de reden waarom zij Michaël als haar beschermer en helper in al haar strijd voor de verdediging en uitbreiding van het Rijk Gods op aarde beschouwt. Al zullen ook, overeenkomstig de belofte van de Heer, “de poorten der hel haar niet overweldigen” (
Mt. 16, 18), dan betekent dat echter niet, dat wij geen beproevingen en strijd tegen de listen van de boze hebben te doorstaan.
In deze strijd staat de Aartsengel Michaël de Kerk terzijde, om haar tegen alle boosheden van de wereld te verdedigen en de gelovigen bij te staan in de weerstand tegen de duivel, die “als een brullende leeuw rondzwerft, op zoek naar een prooi om te verslinden” (
1 Pt. 5, 8).
Deze strijd tegen de duivel, die de figuur van de Aartsengel Michaël kenmerkt, is ook heden actueel, omdat de duivel nog steeds leeft en in de wereld werkzaam is. Inderdaad, het kwaad dat men in haar aantreft, de wanorde in de samenleving, de tegenstrijdigheid van de mens, de innerlijke tweespalt, waarvan hij het slachtoffer is, zijn niet alleen gevolgen van de erfzonde, maar ook van de verwoestende en duistere activiteit van Satan, deze arglistige vijand van het morele evenwicht van de mens, die de H. Paulus stellig als “de God van deze wereld” (
2 Kor. 4, 4) aanduidt, omdat hij zich laat kennen als de sluwe misleider, die de kunst verstaat om binnen te sluipen in het spel van ons handelen, om daar afwijkingen te bewerken, die evenzo schadelijk zijn als schijnbaar overeenkomstig met onze instinctieve wensen.
Daarom waarschuwt de apostel van de volkeren de christenen voor de hinderlagen van de duivel en zijn talrijk gevolg, als hij de bewoners van Efese aanspoort: “Legt de wapenrusting Gods aan om te kunnen standhouden tegen de listen van de duivel. Want onze strijd gaat niet tegen vlees en bloed, maar tegen de heerschappijen, tegen de machten, tegen de wereldbeheersers van deze duisternis, tegen de boze geesten in de hemelen” (
Ef. 6, 11-12).
Aan deze strijd herinnert de figuur van de Aartsengel Michaël, aan wie de Kerk, zowel die van het Oosten als die van het Westen, steeds een bijzondere verering heeft bewezen. Zoals bekent richtte Constantijn het eerste aan hem toegewijde heiligdom op in Constantinopel: het beroemde Michaëlion, dat in iedere nieuwe hoofdstad van het rijk werd gevolgd door talrijke andere aan de Aartsengel toegewijde kerken. In hetbronzen deur Westen verbreidde zich de verering van de heilige Michaël vanaf de vijfde eeuw in vele steden: de beroemdste van de vele vereringsplaatsen is echter zeker die op de berg Gargano. De Aartsengel wordt hier afgebeeld op de in 1076 in Constantinopel gegoten bronzen deur, hoe hij de helse draak doodt.
Dit is het symbool waarmee de kunst hem afbeeldt en de liturgie hem aanroept. Allen herinneren zich het gebed dat jaren geleden op het einde van de H. Mis werd gebeden: “H. Aartsengel Michaël, verdedig ons in de strijd”. Ik zal dit gebed zo dadelijk in naam van de gehele Kerk herhalen. Eerst echter geef ik u allen, die hier aanwezig bent, alsmede uw gezinnen en alle mensen die u dierbaar zijn, mijn zegen, die ook geldt voor al degenen, die lijden naar lichaam en ziel.
Heilige Aartsengel Michaël, verdedig ons in de strijd; wees onze bescherming tegen de boosheid en de listen van de duivel. Wij smeken u ootmoedig dat God hem zijn macht doe gevoelen. En gij, vorst van de hemelse legerscharen, drijft de satan en de andere boze geesten, die tot verderf van de zielen over de wereld rondgaan, door de Goddelijke kracht in de hel terug. Amen.