
H. Paus Johannes Paulus II - 30 mei 1982
Wanneer christenen er vandaag naar streven bronnen van verzoening te zijn in de wereld, voelen zij misschien dringender dan ooit tevoren de behoefte tenvolle onder elkaar te worden verzoend. Want de zonde van de verdeeldheid onder de christenen, welke sedert eeuwen ons deel is geweest, drukt zwaar op de kerk. De ernst van deze zonde werd duidelijk getoond op het Tweede Vaticaans Concilie dat verklaarde: 'Deze verdeeldheid is zeker duidelijk in strijd met de bedoeling van Christus; zij is ook een ergenis voor de wereld en de hoog verheven taak van de evangelieverkondiging aan alle schepselen wordt erdoor geschaad'. 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over de oecumene, Unitatis Redintegratio (21 nov 1964), 1
Het herstel van de eenheid onder de christenen is een van de voornaamste bekommernissen van de kerk in het laatste deel van de twintigste eeuw. En deze taak is voor ons allen. Niemand kan aanspraak maken op vrijstelling van deze verantwoordelijkheid. Iedereen kan namelijk een bijdrage leveren, hoe klein die mag lijken, en allen zijn geroepen tot de innerlijke bekering welke de wezenlijke voorwaarde is voor het oecumenisme. Zoals het Tweede Vaticaans Concilie leerde: 'Deze innerlijke omkeer en heiligheid van leven, tesamen met persoonlijke en openbare smeekbeden voor de eenheid van de christenen, moet men beschouwen als de ziel van de gehele oecumenische beweging. Men kan dit terecht een geestelijke oecumenische beweging noemen'. 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over de oecumene, Unitatis Redintegratio (21 nov 1964), 8 De Heilige Geest die de bron van alle eenheid is, voorziet het lichaam van Christus met 'verschillende gaven' (1 Kor. 12, 4), zodat het wordt opgebouwd en versterkt. Wanneer de Heilige Geest de apostelen de gaven van talen verleende, zodat allen die in Jeruzalem verzameld waren op dat eerste pinksterfeest het ene evangelie van Christus konden horen en verstaan, zouden wij dan niet dezelfde Heilige Geest verwachten om ons de gaven te verlenen die wij nodig hebben om het heilswerk voort te zetten, en herenigd te worden als één lichaam in Christus? Hierop vertrouwen wij en hiervoor bidden wij, vol vertrouwen in de kracht welke de Geest op pinksteren aan de kerk gaf.