H. Paus Paulus VI - 21 september 1963
Wij wilden deze ontmoeting doen plaats hebben zo spoedig mogelijk na het aanvaarden van Ons apostolisch ambt, op de eerste plaats om U allen die hier aanwezig zijt op openlijke wijze hartelijk en eerbiedig te begroeten. Wijzelf genoten de eer gedurende vele jaren Onze nederige dienst te mogen verrichten in de Romeinse Curie. In haar gelederen hadden Wij de meest achtenswaardige superieuren en leermeesters, hooggewaardeerde collega's en medewerkers en onvergetelijke vrienden. Wij hadden deel in de inspanning, verantwoordelijkheid, studie, ervaringen, in alle vreugde en alle leed van deze ingewikkelde en uitzonderlijke organisatie. Gedurende meer dan dertig jaar hebben Wij haar verrichtingen kunnen volgen vanuit een bevoorrechte observatiepost: het staatssecretariaat, het uitstekende, getrouwe en waardevolle apparaat dat de Paus terzijde staat in Zijn persoonlijke taak. Zodoende waren Wij in staat om de wijze samenstelling van de Romeinse Curie die ontleend is aan een soepele, zich aan de omstandigheden aanpassende traditie, beter te leren waarderen; Wij hebben met belangstelling de tekenen waargenomen die duiden op nieuwe behoeften en aanpassing van dit orgaan. Wij hebben eveneens geluisterd naar de kritiek die op haar wordt uitgeoefend. Vaak is de Romeinse Curie het onderwerp geweest van Onze ernstige overpeinzingen, waarbij Wij de waardevolle diensten die zij verleent aan het Pausdom en aan de Kerk hebben leren kennen en waarderen.