H. Paus Paulus VI - 21 september 1963
Wij spraken over ,kritiek!' Ja, want het is bekend dat de Romeinse . Curie, behalve veel lof en erkenning vanwege haar onbetwistbare verdiensten, ook veel kritiek ondervindt. Zoals Wij reeds opmerkten vloeit dit verschijnsel voort uit de natuur en de doelstelling van de Curie zelve, want. waar het gaat om de zaak van Christus en het heil van de zielen kan. nooit genoeg gegeven worden. En .. dat een dergelijk verschijnsel zich bij tijd en wijle voordoet in de loop van de geschiedenis der Kerk is derhalve verklaarbaar en door de Voorzienigheid gewild; het is een stimulans tot waakzaamheid, een, opwekking tot het nauwkeurig in acht nemen van alle regels en bepalingen, een aanleiding tot hervorming, een aansporing tot vervolmaking. Wij moeten de kritiek die, wij ondervinden, aanvaarden met nederigheid, met aandacht en ook met dankbaarheid. Rome behoeft zich niet te verdedigen door zich doof te houden voor eerlijk gemeende opmerkingen, des te minder wanneer deze suggesties komen van vrienden en broeders. Op beschuldigingen, die ongegrond zijn, zal het zeker van antwoord dienen en zijn eer verdedigen, maar zonder boosheid, zonder rancune, zonder te redetwisten. Inmiddels kan dé opmerking gemaakt worden dat het voorstel tot vernieuwing in de juridische structuur en verdieping van het geestelijk bewustzijn niet alleen geen weerstand ondervindt van de zijde van .het centrale bestuur van de Kerk, de Romeinse Curie, maar dat de Curie zelve juist in de voorste gelederen staat bij de eeuwige hervorming waaraan de Kerk, inzoverre zij een menselijke en aardse instelling is, altijd weer behoefte heeft. Het is van Rome dat deze keer de opwekking tot .aanpassing' (volgens de uitdrukking die Onze vereerde Voorganger gebruikte) uitgaat, nl. de aansporing tot vervolmaking van alles wat het inwendige en uitwendige van de Kerk betreft; vanuit Rome kwam de aankondiging van de hervorming van de Wetboek
Codex Iuris Canonici (1917) (27 mei 1917); vanuit Rome werd de Kerk gedurende de laatste honderd jaren geleid door een geordend, onverschrokken, consequent bestuur waardoor niet alleen haar uitwendige ontwikkeling sterk werd gestimuleerd, gelijk iedereen zal moeten erkennen, maar dat ook haar innerlijke vitaliteit en de beleving van de grote rijkdommen en mysteries waarmede Christus haar begiftigd heeft, tot rijke bloei heeft gebracht. Gelukkig zou de Heilige Bernardus zijn brandende bladzijden over de wereld der Romeinse geestelijkheid vandaag niet meer schrijven, evenmin als de hervormers van de 16e eeuw de hunne. Het pauselijk Rome van onze dagen is een geheel ander Rome, het is, de Heer zij dank, veel waardiger, wijzer en heiliger; het is zich veel meer bewust van: zijn evangelische roeping, het wijdt zich met heel wat meer zorg aan zijn christelijke zending; het is daarom ook meer ontvankelijk voor hervorming, het streeft immers zelf naar voortdurende hernieuwing.