• Database vol kerkelijke documenten
  • Geloofsverdieping
  • Volledig in het Nederlands
  • Beheerd door vrijwilligers

Zoeken in kerkelijke documenten en berichten

x
NAAR AANLEIDING VAN DE INSTRUCTIE DIGNITAS PERSONAE
Samenvatting
DEEL III  -  NIEUWE BEHANDELINGEN DIE MANIPULATIE VAN HET EMBRYO OF HET MENSELIJK GENETISCH ERFGOED MET ZICH MEEBRENGEN

DEEL III - Nieuwe behandelingen die manipulatie van het embryo of het menselijk genetisch erfgoed met zich meebrengen

Gentherapie

“Onder gentherapie wordt gewoonlijk verstaan technieken van genetische technologie toegepast op mensen om therapeutische redenen, dat wil zeggen, met het doel genetische ziekten te genezen” Congregatie voor de Geloofsleer, Instructie betreffende zekere bio-ethische vraagstukken, Dignitas Personae (8 sept 2008), 25.

Vanuit ethisch standpunt bezien kunnen we zeggen:

  • Procedures toegepast op somatische cellen met strikt therapeutische doeleinden “zijn in principe moreel geoorloofd... Daar gentherapie aanmerkelijke risico’s voor de patiënt met zich mee kan brengen, moet het ethisch principe in acht worden genomen, dat het voor een therapeutische interventie noodzakelijk is van te voren vast te stellen dat de te behandelen persoon niet zal worden blootgesteld aan buitensporig gevaar voor zijn gezondheid of lichamelijke integriteit, een gevaar dat niet in verhouding staat tot de ernst van de pathologie die men wil behandelen. Tevens is ‘informed consent’ (toestemming gebaseerd op erkenning en begrip van de feiten en de mogelijke gevolgen daarvan) van de patiënt of zijn wettelijke vertegenwoordiger vereist” Congregatie voor de Geloofsleer, Instructie betreffende zekere bio-ethische vraagstukken, Dignitas Personae (8 sept 2008), 26
  • Wat betreft de kiemcellijntherapie geldt dat “de risico’s verbonden aan iedere genetische manipulatie aanzienlijk zijn en nog niet volledig controleerbaar, en het {daarom} in het huidige stadium van onderzoek niet moreel toelaatbaar {is} te handelen op een wijze die mogelijke schade kan berokkenen aan het nageslacht” Congregatie voor de Geloofsleer, Instructie betreffende zekere bio-ethische vraagstukken, Dignitas Personae (8 sept 2008), 26.
  • Wat betreft mogelijkheid genetische technologie te gebruiken om veranderingen tot stand te brengen met de veronderstelde bedoeling de ‘genpool’ (het beschikbare genetische materiaal) te verbeteren en te versterken moet worden opgemerkt dat dergelijke ingrepen een “eugenetische mentaliteit” zouden bevorderen en leiden tot “indirecte sociale stigmatisering van mensen die bepaalde eigenschappen missen, en tegelijk mensen bevoorrechten die behept zijn met eigenschappen die in een bepaalde cultuur of samenleving toevallig gewaardeerd worden; zulke eigenschappen maken niet uit wat specifiek menselijk is. Dit zou in strijd zijn met de fundamentele waarheid van de gelijkheid van alle mensen, die tot uitdrukking wordt gebracht in het rechtvaardigheidsprincipe; het schenden daarvan schaadt op den duur de vreedzame co-existentie van individuen. ... Ten slotte moet ook nog worden opgemerkt dat men in de poging een nieuw type mens te creëren een ideologisch element kan herkennen, waarin de mens probeert de plaats van zijn Schepper in te nemen” Congregatie voor de Geloofsleer, Instructie betreffende zekere bio-ethische vraagstukken, Dignitas Personae (8 sept 2008), 27.
Menselijk klonen

Met menselijk klonen bedoelt men “de aseksuele reproductie van het gehele menselijke organisme om een of meer ‘kopieën’ te produceren die, vanuit genetisch perspectief, wezenlijk gelijk zijn aan het enkele origineel” Congregatie voor de Geloofsleer, Instructie betreffende zekere bio-ethische vraagstukken, Dignitas Personae (8 sept 2008), 28. De technieken die zijn voorgesteld voor het klonen van mensen zijn de kunstmatige splitsing van embryo’s die “bestaat uit de kunstmatige scheiding van individuele cellen of celgroepen van het embryo in het allerprilste stadium van ontwikkeling… die dan worden ingebracht in de baarmoeder, om op kunstmatige wijze identieke embryo’s te verkrijgen” Bij de huidige stand van kennis zijn er twee technieken voorgesteld voor het klonen van mensen: kunstmatige splitsing van embryo’s en overbrenging van een celnucleus. Kunstmatige splitsing van embryo’s bestaat uit de kunstmatige scheiding van individuele cellen of celgroepen van het embryo in het allerprilste stadium van ontwikkeling. Deze worden dan ingebracht in de baarmoeder, om op kunstmatige wijze identieke embryo’s te verkrijgen. Overbrenging van een celnucleus, het ‘echte’ klonen, bestaat erin dat een nucleus van een embryonale of somatische cel wordt ingebracht in een eicel waaruit de nucleus verwijderd is. Dan wordt de eicel gestimuleerd, zodat deze zich als embryo gaat ontwikkelen. en overbrenging van een celnucleus, hetgeen erin “bestaat dat een nucleus van een embryonale of somatische cel wordt ingebracht in een eicel waaruit de nucleus verwijderd is. Dan wordt de eicel gestimuleerd, zodat deze zich als embryo gaat ontwikkelen” zie vorige noot in deze alinea. Klonen wordt voorgesteld om twee fundamentele redenen: reproductie, dat wil zeggen omwille van de geboorte van een baby, en medische therapie of onderzoek.

Menselijk klonen is “intrinsiek ongeoorloofd omdat het ... tracht een nieuwe mens te doen ontstaan zonder enig verband met de daad van wederzijdse zelfgave van de huwelijkspartners en, nog radicaler, zonder enig verband met seksualiteit. Dit leidt tot manipulatie en misbruik, die uiterst schadelijk zijn voor de menselijke waardigheid” Congregatie voor de Geloofsleer, Instructie betreffende zekere bio-ethische vraagstukken, Dignitas Personae (8 sept 2008), 28.

  • Wat betreft klonen omwille van de voortplanting, dit “zou aan het daaruit ontstane individu een voorbeschikte genetische identiteit opleggen, waardoor hij – zoals reeds gezegd – onderworpen zou zijn aan een vorm van biologische slavernij, waarvan hij zich maar heel moeilijk zou kunnen bevrijden. Het feit dat iemand zich het recht zou aanmatigen eigenmachtig de genetische eigenschappen te bepalen van een andere persoon vormt een ernstig vergrijp tegen de waardigheid van die persoon, alsook tegen de fundamentele gelijkheid van alle mensen… In de ontmoeting met een andere persoon ontmoeten we een mens die zijn bestaan en zijn specifieke eigenschappen dankt aan de liefde van God, en alleen de liefde van man en vrouw kan bemiddelen in die liefde, volgens het plan van de Schepper en de hemelse Vader” Congregatie voor de Geloofsleer, Instructie betreffende zekere bio-ethische vraagstukken, Dignitas Personae (8 sept 2008), 29.
  • Wat betreft klonen omwille van medische therapie of onderzoek, moet worden gesteld dat “embryo’s creëren met de bedoeling ze te vernietigen, zelfs al is het om zieken te helpen, volledig onverenigbaar {is} met de menselijke waardigheid, omdat hierdoor het bestaan van een mens in het embryonale stadium wordt gereduceerd tot niet meer dan een middel dat gebruikt en vernietigd kan worden. Het is uiterst immoreel een menselijk leven te offeren voor therapeutische doeleinden” Congregatie voor de Geloofsleer, Instructie betreffende zekere bio-ethische vraagstukken, Dignitas Personae (8 sept 2008), 30.
  • Als alternatief voor therapeutisch klonen hebben sommige onderzoekers nieuwe technieken voorgesteld, waardoor stamcellen van een embryonaal type zouden kunnen worden geproduceerd, zonder dat daarbij werkelijk menselijke embryo’s worden vernietigd, bijvoorbeeld door gewijzigde nucleaire overbrenging (ANT) en het herprogrammeren van eicellen (OAR). Er blijven echter nog twijfels bestaan “wat betreft de ontologische status van het ‘product’ dat op deze manier verkregen is” Congregatie voor de Geloofsleer, Instructie betreffende zekere bio-ethische vraagstukken, Dignitas Personae (8 sept 2008), 30.
Het therapeutisch gebruik van stamcellen
“Stamcellen zijn ongedifferentieerde cellen met twee fundamentele eigenschappen:
  1. het langdurig vermogen zich te vermenigvuldigen terwijl ze hun ongedifferentieerde status behouden;
  2. het vermogen tijdelijke voorlopercellen te produceren waaruit volledig gedifferentieerde cellen ontstaan, bijvoorbeeld zenuwcellen, spiercellen en bloedcellen.
Toen eenmaal experimenteel was vastgesteld dat stamcellen die in beschadigd weefsel worden getransplanteerd de neiging hebben celgroei en regeneratie van het weefsel te bevorderen, openden zich nieuwe perspectieven voor de regeneratieve geneeskunde, waarvoor onderzoekers van over de hele wereld grote belangstelling tonen” Congregatie voor de Geloofsleer, Instructie betreffende zekere bio-ethische vraagstukken, Dignitas Personae (8 sept 2008), 31.

Voor de ethische evaluatie is het bovenal noodzakelijk de methoden af te wegen waardoor de stamcellen worden verkregen:

Vele studies hebben inmiddels echter aangetoond dat volwassen stamcellen tot betere resultaten leiden dan embryonale stamcellen.
Pogingen tot Hybridisatie

“Gedurende de laatste tijd zijn de eicellen van dieren gebruikt voor het herprogrammeren van de nuclei van menselijke somatische cellen ... om embryonale stamcellen te kunnen onttrekken aan de ontstane embryo’s, zonder dat daar menselijke eicellen aan te pas komen” Congregatie voor de Geloofsleer, Instructie betreffende zekere bio-ethische vraagstukken, Dignitas Personae (8 sept 2008), 33.

“Van ethisch standpunt uit bezien vormen dergelijke procedures een misdrijf tegen de menselijke waardigheid vanwege de vermenging van menselijke en dierlijke genetische elementen, die het ontwrichten van de specifieke identiteit van de mens mogelijk maakt” Congregatie voor de Geloofsleer, Instructie betreffende zekere bio-ethische vraagstukken, Dignitas Personae (8 sept 2008), 33.

Het gebruik van op ongeoorloofde wijze verkregen menselijk “biologisch materiaal”

Voor wetenschappelijk onderzoek en voor de productie van vaccins en andere producten, worden soms cellijnen gebruikt die het gevolg zijn van een ongeoorloofde interventie tegen het leven of de lichamelijke integriteit van een mens.

  • Het experimenteren met menselijke embryo’s vormt “een misdrijf tegen hun waardigheid als menselijke wezens, die evenveel recht hebben op eerbied als kinderen die reeds geboren zijn en als elke andere persoon. Deze vormen van experimenteren zijn altijd een ernstige verstoring van de morele orde” Congregatie voor de Geloofsleer, Instructie betreffende zekere bio-ethische vraagstukken, Dignitas Personae (8 sept 2008), 34.
  • Met betrekking tot het gebruik door onderzoekers van “biologisch materiaal” dat op ongeoorloofde wijze verkregen is, doch geproduceerd is los van hun onderzoekscentrum, of dat op commerciële wijze is verkregen, moet altijd “de morele eis gehandhaafd blijven, dat er geen medeplichtigheid aan opzettelijke abortus heeft plaats gehad en dat gevaar voor ergernis wordt vermeden. Wat dit betreft is het criterium van onafhankelijkheid zoals geformuleerd door sommige ethische commissies onvoldoende. Volgens dit criterium zou het gebruik van ‘biologisch materiaal’ dat op ongeoorloofde wijze is verkregen ethisch toelaatbaar zijn, mits er een duidelijke scheiding is tussen aan de ene kant degenen die embryo’s produceren, invriezen en doden, en aan de andere kant de onderzoekers die betrokken zijn bij wetenschappelijke experimenten.” Daarom moet gesteld worden dat de plicht zulk ‘biologisch materiaal’ te weigeren, “ontstaat uit de noodzaak zich te verwijderen, binnen het terrein van eigen onderzoek, van een zeer onrechtvaardige wettelijke situatie en duidelijk de waarde van het menselijk leven te bevestigen. Daarom is het bovengenoemde onafhankelijkheidscriterium noodzakelijk, maar het zou ethisch onvoldoende kunnen zijn” Congregatie voor de Geloofsleer, Instructie betreffende zekere bio-ethische vraagstukken, Dignitas Personae (8 sept 2008), 35.
  • Natuurlijk bestaan er binnen dit algemene beeld verschillende graden van verantwoordelijkheid. Ernstige redenen kunnen moreel proportioneel het gebruik van zulk “biologisch materiaal” rechtvaardigen. Zo kan bijvoorbeeld gevaar voor de gezondheid van kinderen voor ouders een goede reden zijn een vaccin te gebruiken dat ontwikkeld is met gebruikmaking van cellijnen die op ongeoorloofde wijze zijn verkregen, waarbij men moet blijven bedenken dat iedereen de plicht heeft bekend te maken dat men het hier niet mee eens is en de gezondheidszorg te verzoeken ervoor te zorgen dat andere soorten vaccin beschikbaar komen. Daarnaast is in organisaties waar op ongeoorloofde wijze verkregen cellijnen worden gebruikt, de verantwoordelijkheid van degenen die besluiten ze te gebruiken niet dezelfde als die van mensen die geen stem hebben bij die beslissing.

Document

Naam: NAAR AANLEIDING VAN DE INSTRUCTIE DIGNITAS PERSONAE
Samenvatting
Soort: Congregatie voor de Geloofsleer
Datum: 12 december 2008
Copyrights: © 2008, Libreria Editrice Vaticana / R.K. Kerkgenootschap in Nederland
Voorlopige vertaling: dr. N. Stienstra; alineanummering: redactie
Bewerkt: 7 november 2019

Opties

Internetadres
Print deze pagina
Dit document bestellen
Startpagina van dit document
Inhoudsopgave van dit document
Referenties naar dit document
Referenties vanuit dit document
RK Documenten wordt mogelijk gemaakt door donaties van gebruikers.
© 1999 - 2025, Stg. InterKerk, Schiedam, test