H. Paus Paulus VI - 25 mei 1965
Aan Onze geliefde zonen
Henricus Systermans SS.CC.,
Leonardus Carrier, M.SS.CC. (Maljorca),
Joseph Van Kerckhoven M.S.C.,
Joseph De Palma S.C.J.,
Armand Le Bourgeois C.J.M. (Eudisten),
Petrus Arrupe S. J.
Geliefde Zonen
heil en apostolische zegen,
U bent opgetreden als welsprekende woordvoerders van de religieuze gemeenschappen, die u bekwaam leidt en tegelijk hebt u ook gesproken in naam van de andere gemeenschappen, die evenals de uwe naam en bezieling ontlenen aan het Heilig Hart van Jezus.
U hebt immers als bijzonder genegen zonen ons uw erkentelijkheid uitgedrukt voor de apostolische brief H. Paus Paulus VI - Apostolische Brief
Investigabiles Divitias Christi
Bij gelegenheid van het tweede eeuwfeest van de instelling van het feest ter ere van het Heilig Hart
(6 februari 1965) van 6 febr. jl., die Wij hebben gezonden naar de herders van de gehele kerk, nu het twee eeuwen geleden is, dat het liturgisch feest ter ere van het Heilig Hart door de stoel van Petrus is ingevoerd.
Wij menen, dat het juist uw taak is en uw opdracht om trouw aan de heilige roeping, die u uit eigen beweging hebt aanvaard, de liefde tot het Heilig Hart van Jezus steeds beter te bevorderen en door woord en voorbeeld aan allen te tonen, dat enerzijds de verhoopte vernieuwing van geest en hart en anderzijds de grotere levenskracht van de kerkelijke instellingen daar hun diepste inspiratie en ware krachtbron moeten vinden. Zo wenst het ook het Tweede Vaticaans Oecumenisch Concilie.
Hier vindt de Kerk ook het verlangen om alle middelen en wegen te zoeken, die onze gescheiden broeders doen komen tot de volle eenheid rond de stoel van Petrus, die zelfs ook degenen, die niet christen zijn, met ons “doen kennen de enig ware God en Hem, die Hij gezonden heeft, Jezus Christus” (Joh. 17, 3).
De pastorale ijver immers en de missionaire verlangens zullen dan juist branden, wanneer priesters en leken omwille van Gods eer, met het voorbeeld van de eeuwige liefde, die Christus ons betoonde, voor ogen, hun krachten zullen geven om de ondoorgrondelijke rijkdommen van Christus aan allen bekend te maken.
Nu Wij u en uw confraters dit met vaderlijke verwachting schreven, omdat u allen aan het Heilig Hart van Jezus toegewijd bent krachtens uw geloften, sporen Wij u aan de apostolische opdracht, die u in de Kerk als uw taak hebt aanvaard, met moedige en blijde volharding te vervullen en voor dit belangrijk en lofwaardig pogen uw krachten te geven. Moge het Heilig Hart van Jezus, die wij aanroepen, uw pogingen steunen.
Moge de moeder Gods, de maagd Maria, de zeer goede moeder van de Kerk, die in nauwe verbondenheid staat met het werk en het mysterie van de verlossing, u bijstaan.
Opdat dan de genade van boven overvloedig over u moge komen, schenken wij vol genegenheid de apostolische zegen, teken van Onze welwillendheid aan u, aan alle religieuze gemeenschappen, die u leidt, en aan alle religieuze instituten van mannen en vrouwen, die op een of andere manier de naam van het Hart van Jezus dragen of Zijn Hart op speciale manier vereren.
Gegeven te Rome, bij Sint Pieter, op het feest van de Hemelvaart van de Heer, 25 mei 1965, het tweede jaar van ons pontificaat.