OVER DE H. PASTOOR VAN ARS, HET "JAAR VAN DE PRIESTER" EN PAULUS1e catechese in de reeks naar aanleiding van het
Jaar van de Priester
(Soort document: Paus Benedictus XVI - Audiëntie)
Paus Benedictus XVI -
24 juni 2009
De Goddelijke Voorzienigheid heeft ervoor gezorgd dat zijn persoon die van de heilige Paulus benadert. Inderdaad, nu het
Paulusjaar ten einde loopt, dat gewijd was aan de apostel van de volken, uitzonderlijk model van de predikant die meerdere missiereizen ondernomen heeft om het Evangelie te verspreiden, nodigt dit nieuwe jubeljaar ons uit naar een arme landbouwer te kijken die een eenvoudig pastoor werd en zijn pastorale dienst in een klein dorp heeft uitgeoefend. Al verschillen de twee heiligen veel van elkaar in de levensweg die hen karakteriseerde – de ene ging van streek tot streek om het Evangelie te verkondigen, de andere ontving duizenden en duizenden gelovigen terwijl hijzelf op zijn kleine parochie bleef – toch is er iets fundamenteels dat hen verenigt: de totale identificatie met hun ambt, hun gemeenschap met Christus, die de heilige Paulus deed zeggen: “Ikzelf leef niet meer, Christus is het die leeft in mij” (
Gal. 2, 20). En de heilige Jean-Marie Vianney herhaalde graag: “Als we geloof hadden, zouden we God in de priester zien zoals licht achter glas, als wijn met water vermengd”. Doel van dit
Jaar van de Priester – zoals ik geschreven heb in de
Paus Benedictus XVI - Brief
Aan de priesters bij het begin van het Jaar van de priester bij gelegenheid van de 150e dies natalis van Johannes Maria Vianney
(16 juni 2009) verstuurd werd – is dus het streven van iedere priester te bevorderen “naar de geestelijke volmaaktheid waarvan de efficiëntie van zijn ambt bijzonder afhankelijk is” en de priesters en met hen heel het volk Gods, vóór alles te helpen om het besef van de buitengewone en onmisbare genadegave opnieuw te ontdekken en leven in te blazen die het gewijde priesterambt vertegenwoordigt voor degene die het ontvangen heeft, voor heel de Kerk en de wereld die zonder de werkelijke aanwezigheid van Christus zou verloren zijn.