
Aucturitate Ioannis Pauli PP. II - 25 januari 1983
§ 2 De bisschoppenconferentie kan bepalen dat ik elk bisdom een bepaalde dienst of raad duurzaam ingesteld wordt die, volgens normen door de conferentie zelf te bepalen, de taak heeft billijke oplossingen te zoeken en aan te reiken; indien de conferentie echter hiertoe geen opdracht gegeven heeft, kan de Bisschop een dergelijke raad of dienst instellen.
§ 3 De dienst of raad waarover in § 2, dient vooral dan op te treden wanneer de herroeping van het decreet volgens can. 1734 gevraagd is en de termijnen om beroep aan te tekenen niet verstreken zijn; indien echter tegen een decreet beroep ingesteld is, dient de Overste zelf die het beroep behandelt, telkens wanneer hij hoop heeft op een goed resultaat, de indiener van het beroep en de auteur van het decreet aan te sporen om dergelijke oplossingen te zoeken.
§ 2 De aanvraag moet geschieden binnen de peremptoire termijn van tien nuttige dagen vanaf de wettige betekening van het decreet.
§ 3 De normen van §§ 1 en 2 gelden niet:
§ 2 In de overige gevallen kan, tenzij de auteur van het decreet binnen tien dagen vanaf de dag waarop de aanvraag waarover in can. 1734, hem bereikt heeft, de opschorting van de uitvoering bevolen heeft, de opschorting tussentijds gevraagd worden aan zijn hiërarchisch Overste, die hiertoe slechts kan beslissen om ernstige redenen en altijd met de nodige voorzorg dat niets ten nadele strekt van het zieleheil.
§ 3 Na de opschorting van de uitvoering van het decreet volgens § 2 dient, indien daarna beroep ingediend wordt, degene die het beroep moet behandelen, volgens can. 1737, § 3 te beslissen of de opschorting bevestigd of herroepen moet worden.
§ 4 Indien geen enkele beroep binnen de vastgestelde termijn tegen een decreet ingediend wordt, houdt de opschorting van de uitvoering, volgens § 1 of § 2 tussentijds tot stand gekomen, door het feit zelf op.
§ 2 Het beroep moet ingediend worden binnen de peremptoire termijn van vijftien nuttige dagen, die in de gevallen waarover in can. 1734, § 3, loopt vanaf de dag waarop het decreet betekend is, maar die in de overige gevallen loopt volgens can. 1735.
§ 3 Ook in de gevallen waarin het beroep de uitvoering van het decreet niet van rechtswege opschort en niet tot opschorting volgens can. 1736, § 2 beslist is, kan de Overste evenwel om een ernstige reden bevelen dat de uitvoering opgeschort wordt, met de nodige voorzorg echter dat niets ten nadele strekt van het zielenheil.