• Database vol kerkelijke documenten
  • Geloofsverdieping
  • Volledig in het Nederlands
  • Beheerd door vrijwilligers

Zoeken in kerkelijke documenten en berichten

x
§ 1 Een vonnis dat in kracht van gewijsde gegaan is, kan ten uitvoer gelegd worden, behoudens het voorschrift van can. 1647.

§ 2 De rechter die het vonnis geveld heeft, en indien beroep ingesteld is ook de rechter van beroep, kunnen de voorlopige uitvoering van een vonnis dat nog niet in kracht van gewijsde gegaan is, ambtshalve of op verzoek van een partij bevelen, nadat eventueel passende waarborgen gegeven zijn, indien het gaat om voorzieningen of prestaties bestemd voor een noodzakelijk levensonderhoud, of omwille van een andere dringende, goede reden.

§ 3 Wanneer echter het vonnis waarover in § 2, bestreden wordt, kan de rechter die de bestrijding moet behandelen, indien hij ziet dat deze waarschijnlijk gegrond is en dat onherstelbare schade uit de uitvoering kan voortvloeien, ofwel de uitvoering zelf opschorten ofwel deze aan een waarborg onderwerpen.

Van uitvoering kan geen sprake zijn voordat er een uitvoeringsdecreet van de rechter is, waarin bepaald wordt dat het vonnis zelf ten uitvoer gelegd moet worden; dit decreet dient naargelang van de onderscheiden aard van de zaken ofwel in de tekst zelf van het vonnis opgenomen ofwel afzonderlijk uitgevaardigd te worden.
Indien de uitvoering van een vonnis een voorafgaande verantwoording vereist, bestaat een incidentele vraag, waarover beslist moet worden door dezelfde rechter die het ten uitvoer te leggen vonnis geveld heeft.
§ 1 Tenzij een particuliere wet iets anders bepaalt, moet de Bisschop van het bisdom waarin het vonnis in eerste instantie geveld is, dit vonnis zelf of door een ander ten uitvoer leggen.

§ 2 Indien deze dit echter weigert of nalaat, komt de uitvoering toe, op verzoek van een partij die er belang bij heeft of ook ambtshalve, aan de overheid waaraan de rechtbank van beroep volgens can. 1439, § 3 onderworpen is.

§ 3 De uitvoering van een vonnis tussen religieuzen komt toe aan de Overste die het ten uitvoer te leggen vonnis geveld heeft of die de rechter gedelegeerd heeft.

§ 1 De uitvoerder moet, tenzij iets in de strekking van het vonnis zelf aan zijn oordeel overgelaten is, het vonnis zelf volgens de gewone betekenis van de woorden ten uitvoer leggen.

§ 2 Het is hem toegestaan excepties te behandelen betreffende de wijze en de rechtskracht van de uitvoering, niet echter betreffende de grond van de zaak; indien het echter anderszins voor hem vaststaat dat het vonnis nietig is of manifest onrechtvaardig volgens de canones 1620, 1622, 1645, dient hij zich van uitvoering te onthouden en de zaak terug te verwijzen naar de rechtbank die het vonnis geveld heeft, na de partijen op de hoogte gebracht te hebben.

§ 1 Met betrekking tot zakelijke vorderingen moet, telkens wanneer een zaak aan de eiser toegewezen is, deze aan de eiser overgedragen worden zodra kracht van gewijsde ingetreden is.

§ 2 Met betrekking echter tot persoonlijke vorderingen, wanneer de schuldige veroordeeld is tot het overdragen van een roerend goed ofwel tot het betalen van een geldsom of tot het geven of verrichten van iets anders, dient de rechter in de strekking zelf van het vonnis of de uitvoerder naar eigen en wijs oordeel voor het vervullen van de verplichting een termijn te bepalen, die echter niet tot minder dan vijftien dagen beperkt mag worden nog zes maanden mag overschrijden.

Document

Naam: CODEX IURIS CANONICI
Codex van het Canonieke recht
Soort: Wetboek
Auteur: Aucturitate Ioannis Pauli PP. II
Datum: 25 januari 1983
Copyrights: © www.kerkrecht.nl
Aan de hier gepubliceerde versie kunnen geen rechten ontleend worden
Bewerkt: 20 mei 2022

Referenties naar dit document

Opties

Internetadres
Print deze pagina
Dit document bestellen
Startpagina van dit document
Inhoudsopgave van dit document
Referenties naar dit document
Referenties vanuit dit document
Trefwoordenlijst voor dit document
RK Documenten wordt mogelijk gemaakt door donaties van gebruikers.
© 1999 - 2025, Stg. InterKerk, Schiedam, test