Aucturitate Ioannis Pauli PP. II - 25 januari 1983
Onverminderd de canones 1622 en 1623 worden de door het positief recht vastgestelde nietigheden van rechtshandelingen die, hoewel zij aan de partij die de klacht indient, bekend waren, niet vóór het vonnis aan de rechter gemeld zijn, door het vonnis zelf gesaneerd, telkens wanneer het een zaak betreft die het welzijn van private personen aangaat.
Een vonnis is aangetast door het gebrek van onherstelbare nietigheid, indien:
De klacht van nietigheid waarover in can. 1620, kan bij wijze van exceptie te allen tijde ingediend worden, bij wijze echter van vordering ten overstaan van de rechter die het vonnis geveld heeft, binnen tien jaar vanaf de dag van publicatie van het vonnis.
Een vonnis is slechts aangetast door het gebrek van herstelbare nietigheid, indien:
Een klacht van nietigheid in de gevallen waarover in can. 1622, kan ingediend worden binnen drie maanden vanaf de kennisneming van publicatie van het vonnis.
Over de klacht van nietigheid oordeelt de rechter zelf die het vonnis geveld heeft; indien een partij echter vreest dat de rechter die het door de klacht van nietigheid bestreden vonnis geveld heeft, vooringenomen is, en zij daarom een verdenking tegen hem koestert, kan zij eisen dat een andere rechter volgens can. 1450 in diens plaats gesteld wordt.
Een klacht van nietigheid kan samen met een beroep ingediend worden, binnen de termijn voor het beroep bepaald.
Over de klacht van nietigheid oordeelt de rechter zelf die het vonnis geveld heeft; indien een partij echter vreest dat de rechter die het door de klacht van nietigheid bestreden vonnis geveld heeft, vooringenomen is, en zij daarom een verdenking tegen hem koestert, kan zij eisen dat een andere rechter volgens can. 1450 in diens plaats gesteld wordt.
De zaken die een klacht van nietigheid betreffen, kunnen volgens de normen van het mondeling contentieus proces behandeld worden.