• Database vol kerkelijke documenten
  • Geloofsverdieping
  • Volledig in het Nederlands
  • Beheerd door vrijwilligers

Zoeken in kerkelijke documenten en berichten

x

§ 1 De getuigen moeten verhoord worden in de zetel zelf van de rechtbank, tenzij de rechter iets anders wenselijk lijkt.

§ 2 Kardinalen, Patriarchen, Bisschoppen en degenen die in het staatsrecht waaronder zij vallen, een soortgelijke gunst genieten, dienen gehoord te worden op de plaats door henzelf gekozen.

§ 3 De rechter dient te beslissen waar degenen gehoord moeten worden voor wie het wegens afstand, ziekte of een ander beletsel onmogelijk of moeilijk is naar de zetel van de rechtbank te komen, onverminderd de voorschriften van de canones 1418 en 1469, § 2.

De partijen kunnen het verhoor van de getuigen niet bijwonen, tenzij de rechter, vooral wanneer de zaak over privaat belang handelt, van oordeel is dat zij toegelaten moeten worden. Hun advocaten of procuratoren echter kunnen het bijwonen, tenzij de rechter van oordeel is dat wegens de omstandigheden van zaken en personen men in het geheim te werk moet gaan.

Zie ook:

Vervallen (doorgehaald) en vervangen (onderstreept) conform de bepalingen van Paus Franciscus met het Motu Proprio Paus Franciscus - Motu Proprio
Mitis Iudex Dominus Iesus
De Heer Jezus, barmhartige rechter - Enkele aanpassingen van het kerkelijk wetboek aangaande het huwelijksrecht
(15 augustus 2015)
van 15 aug. 2015, dat per 8 dec. 2015 van kracht is.

§ 1 De getuigen moeten een voor een en afzonderlijk verhoord worden.

§ 2 Indien de getuigen onderling of met een partij in een ernstige aangelegenheid van mening verschillen, kan de rechter degenen die onderling verschillen, bijeenbrengen of confronteren, met, voor zover mogelijk, vermijding van ruzies en ergernis.

Het verhoor van een getuige gebeurt door de rechter, of door zijn gedelegeerde ofwel onderzoeksrechter, bij wie een notarius moet assisteren; bijgevolg dienen de partijen of de promotor van het recht, of de verdediger van de band, of de advocaten die bij het verhoor aanwezig zijn, indien zij andere vragen aan de getuige te stellen hebben, ze niet aan de getuige, maar aan de rechter of diens plaatsvervanger voor te leggen, opdat deze ze zelf stelt, tenzij een particuliere wet anders voorziet.
§ 1 De rechter dient de getuige de zware verplichting in herinnering te brengen de gehele waarheid te spreken en alleen de waarheid.

§ 2 De rechter dient de getuige op te dragen de eed volgens can. 1532 af te leggen; indien de getuige echter weigert deze af te leggen, dient hij zonder eed gehoord te worden.

De rechter dient op de eerste plaats de identiteit van de getuige vast te stellen; hij dient te onderzoeken in welke relatie deze tot de partijen staat en, wanneer hij hem specifieke vragen stelt met betrekking tot de zaak, ook de bronnen na te gaan van diens kennis, alsmede wanneer juist hij datgene vernomen heeft wat hij beweert.
De vragen moeten beknopt zijn, aangepast aan het bevattingsvermogen van de te ondervragen persoon, niet tegelijkertijd meerdere punten bevatten, niet misleidend zijn, niet listig, niet het antwoord suggererend, met vermijding van belediging van wie ook, en betrekking hebben op de zaak waarover het gaat.
§ 1 De vragen mogen niet vooraf aan de getuige meegedeeld worden.

§ 2 Indien nochtans datgene waarover getuigenis afgelegd moet worden, zo ver uit het geheugen geraakt is dat het niet met zekerheid beweerd kan worden zonder dat het eerst in de herinnering opgeroepen wordt, kan de rechter aan de getuige van te voren enkele gegevens meedelen, indien hij meent dat dit zonder gevaar kan geschieden.

De getuigen dienen hun getuigenis mondeling te geven, en zij mogen geen geschreven tekst aflezen tenzij het over getallen en berekeningen gaat; in dit geval kunnen zij de aantekeningen raadplegen die zij meegebracht hebben.
§ 1 Het antwoord moet door de notarius onmiddellijk op schrift gesteld worden en de woorden zelf weergeven van het afgelegd getuigenis, ten minste wat datgene betreft wat rechtstreeks op de materie van het geding betrekking heeft.

§ 2 Het gebruik van een bandopnemer kan toegestaan worden, mits de antwoorden nadien schriftelijk vastgelegd worden en, indien mogelijk, ondertekend worden door hen die de verklaringen afgelegd hebben.

De notarius dient in de akten te vermelden het afleggen van de eed, het vrijstellen of weigeren ervan, de aanwezigheid van partijen en van anderen, de ambtshalve toegevoegde vragen en in het algemeen al wat mogelijk voorgevallen is tijdens de ondervraging van de getuigen en waard om te onthouden te worden.
§ 1 Op het einde van het verhoor moet aan de getuige voorgelezen worden wat de notarius van zijn verklaringen op schrift gesteld heeft, of moet men hem laten horen wat met de bandopnemer van zijn verklaringen opgenomen is, waarbij aan deze getuige de mogelijkheid gegeven wordt om iets toe te voegen, te schrappen, te verbeteren of te veranderen.

§ 2 Tenslotte moeten de getuige, de rechter en de notarius de akte ondertekenen.

De getuigen kunnen, ook al zijn ze reeds verhoord, op verzoek van een partij of ambtshalve, voordat de akten of getuigenissen gepubliceerd worden, opnieuw voor verhoor opgeroepen worden, indien de rechter dit nodig of nuttig acht, mits elk gevaar van geheime afspraak of omkoping uitgesloten is.
Aan de getuigen moeten, volgens billijke taxatie van de rechter, terugbetaald worden zowel de kosten die zij gemaakt hebben als de winstderving die zij geleden hebben omwille van het geven van hun getuigenis.

Document

Naam: CODEX IURIS CANONICI
Codex van het Canonieke recht
Soort: Wetboek
Auteur: Aucturitate Ioannis Pauli PP. II
Datum: 25 januari 1983
Copyrights: © www.kerkrecht.nl
Aan de hier gepubliceerde versie kunnen geen rechten ontleend worden
Bewerkt: 20 mei 2022

Referenties naar dit document

Opties

Internetadres
Print deze pagina
Dit document bestellen
Startpagina van dit document
Inhoudsopgave van dit document
Referenties naar dit document
Referenties vanuit dit document
Trefwoordenlijst voor dit document
RK Documenten wordt mogelijk gemaakt door donaties van gebruikers.
© 1999 - 2025, Stg. InterKerk, Schiedam, test