• Database vol kerkelijke documenten
  • Geloofsverdieping
  • Volledig in het Nederlands
  • Beheerd door vrijwilligers

Zoeken in kerkelijke documenten en berichten

x
Om de waarheid beter te achterhalen kan de rechter de partijen steeds ondervragen, en moet dit zelfs doen op verzoek van een partij of om een feit te bewijzen waarvan het publiek belang vraagt dat elke twijfel weggenomen wordt.
§ 1 Een wettig ondervraagde partij moet antwoorden en volledig de waarheid zeggen.

§ 2 Indien zij geweigerd heeft te antwoorden, komt het aan de rechter toe te beoordelen wat hieruit voor het bewijs van de feiten afgeleid kan worden.

In gevallen waarbij het publiek belang in het geding is, dient de rechter de partijen op te dragen de eed af te leggen om de waarheid te spreken of ten minste de eed de waarheid gesproken te hebben, tenzij een ernstige reden iets anders raadzaam maakt; in andere gevallen kan hij dit, volgens zijn wijs oordeel.
De partijen, de promotor van het recht en de verdediger van de band kunnen bij de rechter punten indienen waarover een partij ondervraagd dient te worden.
Betreffende de ondervraging van de partijen dient, met de nodige aanpassing, in acht genomen te worden wat in de canones 1548, § 2, nr.1, 1552 en 1558-1565 over de getuigen bepaald wordt.
Een bewering omtrent een feit, schriftelijk of mondeling, ten overstaan van de bevoegde rechter, door een partij met betrekking tot de materie zelf van het geding tegen zichzelf uitgebracht, hetzij uit eigen beweging hetzij bij de ondervraging door de rechter, is een gerechtelijke bekentenis.
§ 1 De gerechtelijke bekentenis van één partij ontslaat, indien het over een private aangelegenheid gaat en het publiek belang niet in het geding is, de overige partijen van de bewijslast.

§ 2 In zaken echter die het publiek belang betreffen, kunnen een gerechtelijke bekentenis en de verklaringen van partijen die geen bekentenis zijn, bewijskracht bezitten, die door de rechter samen met de overige omstandigheden van de zaak beoordeeld moet worden, maar de kracht van volledig bewijs kan er niet aan toegekend worden tenzij andere elementen erbij komen die deze volledig ondersteunen.

Met betrekking tot een buitengerechtelijke bekentenis in het geding ingebracht, komt het de rechter toe, na afweging van alle omstandigheden, te beoordelen welk gewicht eraan gegeven moet worden.
Een bekentenis of elke andere verklaring van een partij mist elke kracht, indien het vaststaat dat zij naar voren gebracht is op grond van dwaling omtrent een feit, of dat zij afgeperst is onder dwang of zware vrees.

Document

Naam: CODEX IURIS CANONICI
Codex van het Canonieke recht
Soort: Wetboek
Auteur: Aucturitate Ioannis Pauli PP. II
Datum: 25 januari 1983
Copyrights: © www.kerkrecht.nl
Aan de hier gepubliceerde versie kunnen geen rechten ontleend worden
Bewerkt: 20 mei 2022

Referenties naar dit document

Opties

Internetadres
Print deze pagina
Dit document bestellen
Startpagina van dit document
Inhoudsopgave van dit document
Referenties naar dit document
Referenties vanuit dit document
Trefwoordenlijst voor dit document
RK Documenten wordt mogelijk gemaakt door donaties van gebruikers.
© 1999 - 2025, Stg. InterKerk, Schiedam, test