
Aucturitate Ioannis Pauli PP. II - 25 januari 1983
§ 2 Indien het verzoekschrift als aanvaard beschouwd wordt volgens can. 1506, moet het decreet van dagvaarding in het geding uitgevaardigd worden binnen twintig dagen na het aandringen waarover in die canon.
§ 3 Indien echter de partijen in geschil feitelijk voor de rechter verschijnen ter behandeling van hun zaak, is een dagvaarding niet nodig, maar dient de secretaris in de akten te vermelden dat de partijen in het geding aanwezig geweest zijn.
§ 2 Het inleidend verzoekschrift van het geschil dient bij de dagvaarding gevoegd te worden, tenzij de rechter op grond van ernstige redenen meent dat het verzoekschrift niet bekend gemaakt moet worden aan een partij, voordat deze haar verklaringen in het geding afgelegd heeft.
§ 3 Indien het geschil gericht is tegen iemand die niet over de vrije uitoefening van zijn rechten beschikt of over het vrije beheer van de goederen waarover getwist wordt, moet, naargelang van het geval, de dagvaarding ter kennis gebracht worden van de voogd, de curator, de bijzondere procurator, of van degene die volgens het recht ertoe gehouden is in diens naam het geding op zich te nemen.
§ 2 Het feit en de wijze van mededeling moet in de akten vastgelegd zijn.