CODEX IURIS CANONICICodex van het Canonieke recht
(Soort document: Wetboek)
Aucturitate Ioannis Pauli PP. II -
25 januari 1983
§ 1 Een partij kan vrij een advocaat en een procurator voor zich aanstellen; maar naast de gevallen bepaald in §§ 2 en 3, kan zij ook zelf een vordering instellen en antwoord geven, tenzij de rechter de bijstand van een procurator of van een advocaat noodzakelijk acht.
§ 2 In een strafgeding moet de beschuldigde steeds over een advocaat beschikken, ofwel door hemzelf aangesteld ofwel door de rechter toegewezen.
§ 3 In een contentieus geding dient de rechter, indien het over minderjarigen gaat of over een geding waarin het publiek belang aan de orde is, met uitzondering van huwelijkszaken, ambtshalve een verdediger aan te stellen voor de partij die er geen heeft.
§ 1 Iedereen kan vrij één procurator voor zich aanstellen, die voor zichzelf geen ander in de plaats kan stellen tenzij hem de uitdrukkelijke bevoegdheid gegeven is.
§ 2 Indien echter om een goede reden meerdere procuratoren door eenzelfde persoon aangesteld worden, dienen dezen op zulke wijze aangewezen te worden dat tussen hen een orde van voorrang gesteld wordt.
§ 3 Er kunnen echter meerdere advocaten tegelijk aangesteld worden.
§ 1 Een procurator en een advocaat moeten, voordat zij hun taak opnemen, een authentiek mandaat bij de rechtbank deponeren.
§ 2 Om echter het tenietgaan van een recht te verhinderen, kan een rechter een procurator toelaten ook zonder dat er een mandaat voorgelegd is, eventueel nadat een passende borg gesteld is; maar een handeling van de procurator mist elke rechtskracht, indien hij binnen een door de rechter te bepalen peremptoire termijn geen mandaat op de voorgeschreven wijze voorlegt.
Een procurator kan, tenzij hij een bijzonder mandaat heeft, niet geldig verzaken aan de vordering, aan de instantie of aan gerechtelijke handelingen, en hij kan evenmin een minnelijke schikking treffen, een overeenkomst sluiten, akkoord gaan met een arbitrage en in het algemeen die daden stellen waarvoor het recht een bijzonder mandaat vereist.
§ 1 Opdat het ontslag van een procurator of een advocaat gevolg heeft, is het noodzakelijk dat dit aan hen betekend wordt, en, indien het geschil reeds vastgelegd is, dienen de rechter en de tegenpartij op de hoogte gebracht te zijn van het ontslag.
§ 2 Nadat het eindvonnis geveld is, blijft een procurator het recht en de plicht behouden om beroep aan te tekenen, als de opdrachtgever zich er niet tegen verzet.
§ 1 Beiden is het verboden het geschil af te kopen, of voor zich een bovenmatige vergoeding te bedingen of een gedeelte van de goederen die voorwerp zijn van het geschil. Als zij dit gedaan hebben, is de overeenkomst nietig en kunnen zij door de rechter met een geldboete gestraft worden. Bovendien kan de advocaat zowel in zijn ambt geschorst worden als, indien hij recidiveert, door de Bisschop die aan het hoofd van de rechtbank staat, ook geschrapt worden van de lijst van advocaten.
§ 2 Op dezelfde wijze kunnen de advocaten en procuratoren gestraft worden die, om de wet te ontduiken, zaken aan de bevoegde rechtbank onttrekken opdat ze door andere op een meer gunstige wijze beslecht worden.
Bij elke rechtbank dienen, voor zover mogelijk, vaste personen voor het verlenen van rechtsbijstand aangesteld te worden, die van de rechtbank zelf een honorarium ontvangen, en die het ambt van advocaat of procurator, vooral in huwelijkszaken, uitoefenen voor de partijen die aan hen de voorkeur geven.