Aucturitate Ioannis Pauli PP. II - 25 januari 1983
CODEX IURIS CANONICI Codex van het Canonieke recht |
|||
► | HEILIGINGSTAAK VAN DE KERK | ||
► | GEWIJDE PLAATSEN EN HEILIGE TIJDEN | ||
► | Gewijde plaatsen | ||
► | Altaren |
§ 2 Het verdient de voorkeur dat in elke kerk een vast altaar is; in de overige plaatsen bestemd voor de heilige vieringen kan het altaar vast of verplaatsbaar zijn.
§ 2 Een verplaatsbaar altaar kan gemaakt worden uit elk stevig materiaal dat voor liturgisch gebruik passend is.
§ 2 De aloude traditie om onder een vast altaar relikwieën van Martelaren of van andere Heiligen te bewaren dient behouden te worden, volgens de normen die in de liturgische boeken gegeven worden.
§ 2 Altaren, hetzij vaste hetzij verplaatsbare, verliezen hun wijding of zegening niet doordat de kerk of andere gewijde plaats tot profaan gebruik teruggebracht wordt.
§ 2 Onder een altaar mag geen stoffelijk overschot geborgen worden; anders is het niet geoorloofd de Mis op dit altaar te celebreren.