Aucturitate Ioannis Pauli PP. II - 25 januari 1983
CODEX IURIS CANONICI Codex van het Canonieke recht |
|||
► | HEILIGINGSTAAK VAN DE KERK | ||
► | GEWIJDE PLAATSEN EN HEILIGE TIJDEN | ||
► | Gewijde plaatsen | ||
► | Kerken |
§ 2 De diocesane Bisschop mag deze toestemming niet verlenen tenzij hij, na de priesterraad en de rectoren van de naburige kerken gehoord te hebben, van oordeel is dat de nieuwe kerk het zielenheil kan dienen en dat de noodzakelijke middelen niet zullen ontbreken om haar te bouwen en er de goddelijke eredienst in uit te oefenen.
§ 3 Ook religieuze instituten moeten, ook al hebben zij van de diocesane Bisschop toestemming verkregen tot het oprichten van een nieuw huis in het diocees of in een stad, verlof van deze krijgen vooraleer zij een kerk mogen bouwen op een vaste en bepaalde plaats.
§ 2 Kerken, vooral kathedralen en parochiekerken, dienen te worden ingewijd met een plechtige ritus.
§ 2 Ter bescherming van heilige en kostbare goederen dienen de gewone zorgen voor hun behoud aangewend en de gepaste veiligheidsmaatregelen genomen te worden.
§ 2 Waar andere ernstige redenen het raadzaam maken dat een kerk niet langer voor de goddelijke eredienst gebruikt wordt, kan de diocesane Bisschop, na de priesterraad gehoord te hebben, deze terugbrengen tot een profaan en niet onwaardig gebruik, met toestemming van hen die wettig rechten op de kerk laten gelden, en mits het zieleheil er geen enkele schade door lijdt.