• Database vol kerkelijke documenten
  • Geloofsverdieping
  • Volledig in het Nederlands
  • Beheerd door vrijwilligers

Zoeken in kerkelijke documenten en berichten

x
Een Huwelijk dat aangegaan en voltrokken is, kan door geen enkele menselijke macht en door geen enkele oorzaak, behalve de dood, ontbonden worden.
Een niet-voltrokken Huwelijk tussen gedoopten of tussen een gedoopte partij en een niet-gedoopte partij kan door de Paus om een goede reden ontbonden worden, op verzoek van elk der partijen of van één van beiden, ook al is de andere partij ertegen.
§ 1 Een Huwelijk aangegaan door twee niet-gedoopten, wordt krachtens het paulinisch privilege ontbonden ten gunste van het geloof van de partij die het Doopsel ontvangen heeft, door het feit zelf dat door diezelfde partij een nieuw Huwelijk gesloten wordt, mits de niet-gedoopte partij heengaat.

§ 2 De niet-gedoopte partij wordt geacht heen te gaan, indien zij niet met de gedoopte partij wil samenwonen of niet in vrede wil samenwonen zonder belediging van de Schepper, tenzij de gedoopte na het ontvangen van het Doopsel haar een goede reden gegeven heeft om heen te gaan.

§ 1 Opdat de gedoopte partij geldig een nieuw Huwelijk sluit, moet aan de niet-gedoopte partij altijd gevraagd worden of:
  1. zij ook zelf het Doopsel wil ontvangen;
  2. zij ten minste met de gedoopte partij in vrede wil samenwonen, zonder belediging van de Schepper.
§ 2 Deze ondervraging moet na het Doopsel geschieden; maar de plaatselijke Ordinaris kan om een ernstige reden toestaan dat de ondervraging vóór het Doopsel geschiedt, en zelfs van de ondervraging dispenseren, hetzij vóór hetzij na het Doopsel, mits ten minste door een summiere en buitengerechtelijke procedure vaststaat dat deze niet kan geschieden of nutteloos zal zijn.
§ 1 In de regel dient de ondervraging te geschieden op gezag van de plaatselijke Ordinaris van de bekeerde partij; door deze Ordinaris moet aan de andere echtgenoot, indien deze erom verzoekt, bedenktijd voor het antwoord gegeven worden, met de waarschuwing echter aan deze dat, indien de bedenktijd onbenut verstrijkt, zijn stilzwijgen als een negatief antwoord beschouwd wordt.

§ 2 Ook de ondervraging die door de bekeerde partij zelf privé gedaan wordt, is geldig, en zelfs geoorloofd, indien de boven voorgeschreven vorm niet in acht genomen kan worden.

§ 3 In elk van beide gevallen moeten voor het uitwendig rechtsbereik het feit van de ondervraging en de uitslag ervan wettig vaststaan.

De gedoopte partij heeft het recht een nieuw Huwelijk te sluiten met een katholieke partij:
  1. als de andere partij negatief geantwoord heeft op de ondervraging of als de ondervraging wettig achterwege is gebleven.
  2. als de niet-gedoopte partij, hetzij ondervraagd hetzij niet, na aanvankelijke voortzetting van het vreedzaam samenwonen zonder belediging van de Schepper, later zonder goede reden heengegaan is, onverminderd de voorschriften van de canones 1144 en 1145.

De plaatselijke Ordinaris kan echter om een ernstige reden toestaan dat de gedoopte partij, wanneer zij gebruik maakt van het paulinisch privilege, een Huwelijk sluit met een niet-katholieke partij, hetzij gedoopt hetzij niet-gedoopt, met inachtneming ook van de voorschriften van de canones over de gemengde huwelijken.

§ 1 Een niet-gedoopte man die meerdere niet-gedoopte vrouwen tegelijk heeft, kan na het ontvangen van het Doopsel in de katholieke Kerk, als het hem hard valt met de eerste van haar samen te blijven, één van haar, met wegzending van de anderen, behouden. Hetzelfde geldt voor een niet-gedoopte vrouw, die meerdere niet-gedoopte mannen tegelijk heeft.

§ 2 In de gevallen waarover in § 1, moet het huwelijk, na het ontvangen van het Doopsel, in de wettige vorm gesloten worden, met inachtneming ook, indien nodig, van de voorschriften over gemengde huwelijken en van de andere rechtsvoorschriften.

§ 3 De plaatselijke Ordinaris dient, voor ogen houdend de morele, sociale en economische situatie van plaatsen en personen, ervoor te zorgen dat voldoende voorzien is in de noodzakelijke behoeften van de eerste en van de overige weggezonden vrouwen, in overeenstemming met de normen van de rechtvaardigheid, de christelijke liefde en de natuurlijke billijkheid.

De niet-gedoopte die, na het ontvangen van het Doopsel in de katholieke Kerk, het samenwonen met de niet-gedoopte echtgenoot wegens gevangenschap of vervolging niet kan herstellen, kan een ander Huwelijk sluiten, ook al heeft de andere partij intussen het Doopsel ontvangen, met inachtneming van het voorschrift van can. 1141.
In geval van twijfel geniet het geloofsprivilege rechtsbegunstiging.

Document

Naam: CODEX IURIS CANONICI
Codex van het Canonieke recht
Soort: Wetboek
Auteur: Aucturitate Ioannis Pauli PP. II
Datum: 25 januari 1983
Copyrights: © www.kerkrecht.nl
Aan de hier gepubliceerde versie kunnen geen rechten ontleend worden
Bewerkt: 20 mei 2022

Referenties naar dit document

Opties

Internetadres
Print deze pagina
Dit document bestellen
Startpagina van dit document
Inhoudsopgave van dit document
Referenties naar dit document
Referenties vanuit dit document
Trefwoordenlijst voor dit document
RK Documenten wordt mogelijk gemaakt door donaties van gebruikers.
© 1999 - 2025, Stg. InterKerk, Schiedam, test