CODEX IURIS CANONICICodex van het Canonieke recht
(Soort document: Wetboek)
Aucturitate Ioannis Pauli PP. II -
25 januari 1983
§ 1 De plaatselijke Ordinaris kan aan eigen onderdanen, waar zij ook verblijven, en aan allen die zich daadwerkelijk in zijn eigen ambtsgebied bevinden, het huwelijk in een bijzonder geval verbieden, maar alleen tijdelijk, om een ernstige reden en zolang deze duurt.
§ 2 Alleen het hoogste gezag van de Kerk kan aan het verbod een ongeldigmakende clausule toevoegen.
§ 1 De plaatselijke Ordinaris kan eigen onderdanen, waar zij ook verblijven, en allen die zich daadwerkelijk in zijn eigen ambtsgebied bevinden, dispenseren van alle beletselen van kerkelijk recht, met uitzondering van die waarvan de dispensatie aan de Apostolische Stoel voorbehouden wordt.
§ 2 De beletselen waarvan de dispensatie aan de Apostolische Stoel voorbehouden wordt, zijn:
- het beletsel voortvloeiend uit heilige wijdingen of uit een publieke gelofte van kuisheid, voor het leven afgelegd in een religieus instituut van pauselijk recht.
- het beletsel van misdaad waarover in can. 1090.
§ 3 Nooit wordt dispensatie gegeven van het beletsel van bloedverwantschap in de rechte lijn of in de tweede graad van de zijlijn.
§ 1 Bij dreigend stervensgevaar kan de plaatselijke Ordinaris, zowel met betrekking tot de bij de viering van het huwelijk in acht te nemen vorm als met betrekking tot elk van de beletselen van kerkelijk recht, hetzij publieke hetzij geheime, de eigen onderdanen dispenseren, waar zij ook verblijven, en allen die zich daadwerkelijk in zijn eigen ambtsgebied bevinden, met uitzondering van het beletsel voortvloeiend uit de heilige wijding van het priesterschap.
§ 2 In dezelfde omstandigheden waarover in § 1, maar alleen voor gevallen waarin men zich zelfs niet wenden kan tot de plaatselijke Ordinaris, beschikt over dezelfde macht om te dispenseren zowel de pastoor als de op de voorgeschreven wijze gedelegeerde gewijde bedienaar, en eveneens de priester of diaken die bij het huwelijk, volgens can. 1116, § 2, assisteert.
§ 3 In stervensgevaar heeft de biechtvader de macht om voor het inwendig rechtsbereik te dispenseren van geheime beletselen, hetzij binnen hetzij buiten de handeling van de sacramentele belijdenis.
§ 4 In het geval waarover in § 2, wordt geacht dat men zich niet tot de plaatselijke Ordinaris kan wenden indien dit alleen per telegraaf of per telefoon kan geschieden.
§ 1 Zo dikwijls als een beletsel ontdekt wordt wanneer alles voor de huwelijksviering reeds in gereedheid gebracht is, en het huwelijk niet zonder het waarschijnlijk gevaar voor een ernstig nadeel uitgesteld kan worden totdat de dispensatie van de bevoegde overheid verkregen is, hebben de macht om te dispenseren van alle beletselen, met uitzondering van die waarover in
can. 1078, § 2, nr.1, de plaatselijke Ordinaris en, mits het geval geheim is, allen vermeld in
can. 1079, §§2-3, met inachtneming van de daar voorgeschreven voorwaarden.
§ 2 Deze macht geldt ook voor het valideren van een huwelijk, indien uitstel hetzelfde gevaar met zich meebrengt en er geen tijd meer is om zich te wenden tot de Apostolische Stoel of tot de plaatselijke Ordinaris, met betrekking tot beletselen waarvan deze laatste kan dispenseren.