
Aucturitate Ioannis Pauli PP. II - 25 januari 1983
CODEX IURIS CANONICI Codex van het Canonieke recht |
|||
► | HEILIGINGSTAAK VAN DE KERK | ||
► | SACRAMENTEN | ||
► | Doopsel | ||
► | Viering van het Doopsel |
§ 2 Met een kind wordt gelijkgesteld, ook wat het Doopsel betreft, wie niet voor zichzelf verantwoordelijk kan zijn.
§ 2 Als regel dient te gelden dat een volwassene gedoopt wordt in de eigen parochiekerk, een kind in de eigen parochiekerk van de ouders, tenzij een goede reden iets anders wenselijk maakt.
§ 1 Elke parochiekerk dient een doopvont te hebben, behoudens het reeds door andere kerken verworven cumulatief recht.
§ 2 De plaatselijke Ordinaris kan, na de pastoor van de plaats gehoord te hebben, ten gerieve van de gelovigen toestaan of bevelen dat ook in een andere kerk of kapel binnen de grenzen van de parochie een doopvont is.
§ 2 Tenzij de diocesane Bisschop anders bepaald heeft, mag in verzorgingsinstellingen het Doopsel niet gevierd worden, tenzij in geval van nood of om een andere dwingende pastorale reden.