Aucturitate Ioannis Pauli PP. II - 25 januari 1983
§ 2 De straf van interdict van rechtswege of, als hij clericus is, van suspensie van rechtswege loopt op:
§ 2 Aan wederrechtelijke toeëigening wordt gelijkgesteld het onwettig behouden van een taak, na ontneming of na het ophouden ermee.
Wie naast de gevallen waarover in de canones 1378-1383, een priesterlijke taak of een andere gewijde bediening op onwettige wijze uitoefent, kan met een rechtvaardige straf gestraft worden.
Een priester die tegen het voorschrift van can. 977 handelt, loopt een excommunicatie van rechtswege op die aan de Apostolische Stoel voorbehouden is.
Wie op onwettige wijze winst maakt uit een misstipendium, dient met een censuur of met een andere rechtvaardige straf gestraft te worden.
De priester die in de biecht zelf of bij gelegenheid of onder voorwendsel ervan een biechteling aanzet tot een zonde tegen het zesde gebod van de Catechismus-Compendium
Tien Geboden
(), dient, naar gelang van de ernst van het misdrijf, gestraft te worden met een suspensie, met verboden of met ontnemingen, en in de meer ernstige gevallen dient hij uit de clericale staat weggezonden te worden.
Wie wat ook geeft of belooft opdat iemand die een taak in de Kerk uitoefent, onwettig iets doet of nalaat, dient met een rechtvaardige straf gestraft te worden; eveneens degene die deze giften of beloften aanvaardt.
§ 1 De biechtvader die het biechtgeheim rechtstreeks schendt, loopt een excommunicatie van rechtswege op die aan de Apostolische Stoel voorbehouden is; hij die het slechts onrechtstreeks schendt, dient naar gelang van de ernst van het misdrijf gestraft te worden.
§ 2 De tolk en de anderen over wie in can. 983, § 2, die de geheimhouding schenden, dienen met een rechtvaardige straf gestraft te worden, excommunicatie niet uitgesloten.
§ 3 Onverminderd het bepaalde in de §§ 1 en 2 wordt hij, die met enig technisch middel optekent wat door de biechtvader of de boeteling in een echte of geveinsde biecht is gezegd, of dit op kwade wijze door middel van sociale communicatie verspreidt, gestraft naar de ernst van het misdrijf, indien hij geestelijke is, zulks met de wegzending uit de clericale staat
De priester die in de biecht zelf of bij gelegenheid of onder voorwendsel ervan een biechteling aanzet tot een zonde tegen het zesde gebod van de Catechismus-Compendium
Tien Geboden
(), dient, naar gelang van de ernst van het misdrijf, gestraft te worden met een suspensie, met verboden of met ontnemingen, en in de meer ernstige gevallen dient hij uit de clericale staat weggezonden te worden.
De bisschop die zonder pauselijk mandaat iemand tot bisschop wijdt, en eveneens hij die van deze de wijding ontvangt, lopen een excommunicatie van rechtswege op die aan de Apostolische Stoel voorbehouden is.
§ 2 De tolk en de anderen over wie in can. 983, § 2, die de geheimhouding schenden, dienen met een rechtvaardige straf gestraft te worden, excommunicatie niet uitgesloten.
§ 2 Wie echter uit schuldige nalatigheid op onwettige wijze een handeling van kerkelijke macht of bediening of taak stelt of nalaat met schade voor een ander, dient met een rechtvaardige straf gestraft te worden.