
Aucturitate Ioannis Pauli PP. II - 25 januari 1983
§ 1 Het is de geëxcommuniceerde verboden:
§ 2 Indien een excommunicatie opgelegd of verklaard is:
Wie onder interdict staat, is gehouden aan de verboden waarover in can. 1331, § 1, nrs. 1 en 2; indien het interdict opgelegd of verklaard is, moet het voorschrift van can. 1331, § 2, nr. 1 in acht genomen worden.
§ 1 De suspensie, die enkele clerici kan treffen, verbiedt:
§ 2 In een wet of verordening kan bepaald worden dat de gesuspendeerde na een veroordelend of verklarend vonnis bestuurshandelingen niet geldig kan stellen.
§ 3 Het verbod treft nooit:
§ 4 De suspensie die verbiedt opbrengsten, loon, uitkeringen of andere zaken van die aard te ontvangen, brengt de verplichting met zich mee om terug te betalen al wat op onwettige wijze, al is het te goeder trouw, ontvangen is.
§ 1 De omvang van de suspensie, binnen de grenzen door de voorafgaande canon bepaald, wordt vastgesteld ofwel door de wet of verordening zelf, ofwel bij vonnis of decreet waardoor de straf opgelegd wordt.
§ 2 De wet, echter niet de verordening, kan een suspensie vaststellen die van rechtswege opgelopen wordt, waarbij geen bepaling of beperking toegevoegd wordt; een dergelijke straf heeft echter alle gevolgen die in can. 1333, § 1 opgesomd worden.