
Aucturitate Ioannis Pauli PP. II - 25 januari 1983
§ 1 De Paus verkrijgt de volledige en hoogste macht in de Kerk door de door hem aanvaarde wettige verkiezing samen met de bisschopswijding. Daarom verkrijgt een tot het pausschap gekozene, die met het bisschoppelijk merkteken getekend is, deze macht vanaf het ogenblik van de aanvaarding. Indien de gekozene het bisschoppelijk merkteken niet heeft, dient hij onmiddellijk tot Bisschop gewijd te worden.
§ 2 Als het voorkomt dat de Paus afstand doet van zijn ambt, is voor de geldigheid vereist dat de afstand vrij geschiedt en op de juiste wijze kenbaar gemaakt wordt, niet echter dat deze door wie ook aanvaard wordt.
§ 2 De Paus is in de vervulling van zijn ambt de hoogste Herder van de Kerk altijd in gemeenschap verbonden met de overige Bisschoppen evenals ook met de gehele Kerk; hem komt evenwel het recht toe om, overeenkomstig de noden van de Kerk, de wijze van uitoefening van dit ambt, hetzij persoonlijke hetzij collegiale, te bepalen.
§ 3 Tegen een uitspraak of decreet van de Paus bestaat geen beroep of verhaal.
Bij de uitoefening van zijn ambt staan de Bisschoppen de Paus bij; zij kunnen met hem samenwerken op verschillende wijzen, waaronder de Bisschoppensynode. Bovendien staan de Kardinalen hem terzijde, alsook andere personen en eveneens verschillende instituten volgens de noden van de tijd; al deze personen en instituten vervullen in zijn naam en op zijn gezag de hun toevertrouwde taak voor het welzijn van alle Kerken, volgens de normen door het recht bepaald.