
Aucturitate Ioannis Pauli PP. II - 25 januari 1983
CODEX IURIS CANONICI Codex van het Canonieke recht |
|||
► | ALGEMENE NORMEN | ||
► | Kerkelijke ambten | ||
► | Overdracht van een kerkelijk ambt | ||
► | Uitnodiging tot kiezen |
§ 2 Zij aan wie bij compromis de verkiezing is opgedragen, kunnen niet postuleren, tenzij dat in het compromis uitgedrukt is.
§ 2 Een stem voor een postulatie moet uitgedrukt worden met de woorden: ik postuleer, of gelijkwaardige; de formulering: ik kies of postuleer, of een gelijkwaardige, geldt als verkiezing indien er geen beletsel bestaat, anders als postulatie.
§ 2 Als binnen de voorgeschreven tijd de postulatie niet verzonden is, is zij door het feit zelf nietig, en aan het college of de groep wordt voor die keer het recht ontnomen om te kiezen of te postuleren, tenzij bewezen wordt dat de voorzitter door een rechtmatig beletsel weerhouden was de postulatie te verzenden of dat hij met opzet of uit nalatigheid verzuimd heeft die tijdig te verzenden.
§ 3 Degene die gepostuleerd is, verwerft geen enkel recht uit de postulatie; de bevoegde overheid is niet gehouden aan de verplichting haar toe te laten.
§ 4 De kiezers kunnen een bij de bevoegde overheid gedane postulatie niet herroepen tenzij met toestemming van die overheid.
§ 2 Als de postulatie toegelaten is, dient dit aan de gepostuleerde meegedeeld te worden, die moet antwoorden volgens can. 177, § 1.
§ 3 Wie een toegelaten postulatie aanvaardt, verkrijgt onmiddellijk rechtens ten volle het ambt.