Een aflaat is de kwijtschelding voor God van een tijdelijke straf voor zonden die reeds wat hun schuld betreft uitgewist zijn; de christengelovige, die in de goede gesteltenis is en aan zekere en welomschreven voorwaarden voldoet, verkrijgt deze door de hulp van de Kerk, die als bedienares van de verlossing de schat van genoegdoening van Christus en de Heiligen gezagvol beheert en aanwendt.