Aucturitate Ioannis Pauli PP. II - 25 januari 1983
§ 2 Als de gewone bedienaar afwezig of verhinderd is, dient een catechist of iemand anders die door de plaatselijke Ordinaris voor deze taak aangewezen is, geoorloofd het Doopsel toe, en zelfs, in geval van nood, gelijk welke mens die door de vereiste intentie geleid wordt; de zielzorgers, vooral de pastoor, dienen er zorg voor te dragen dat de Christengelovigen over de juiste wijze van dopen onderricht worden.