§ 1 Het bevoegd kerkelijk gezag dient ervoor te zorgen dat aan katholieke universiteiten een faculteit of instituut of ten minste een leerstoel voor theologie opgericht wordt, waar de colleges ook voor lekenstudenten gegeven worden.
§ 2 Aan elke katholieke universiteit moeten colleges gegeven worden waarin vooral die theologische vraagstukken behandeld worden die met de disciplines van deze faculteiten verband houden.