Weliswaar geen geloofsinstemming maar wel een religieuze volgzaamheid van verstand en wil moet betracht worden ten overstaan van een leer die hetzij de Paus hetzij het Bisschoppencollege inzake geloof of zeden naar voren brengen, wanneer zij hun authentiek leergezag uitoefenen, ook al hebben zij niet de bedoeling deze bij definitieve act af te kondigen; bijgevolg dienen Christengelovigen ervoor te zorgen om te mijden wat met deze leer niet strookt.
Met een rechtvaardige straf dient gestraft te worden:
degene, die naast het geval waarover in can. 1364, § 1, een leer verkondigt die door de Paus of door een Oecumenisch Concilie veroordeeld is, of een leer waarover in can. 750, § 2 of in can. 752 hardnekkig afwijst en zijn mening na een vermaning door de Apostolische Stoel of de Ordinaris niet herroept;
degene die anderszins niet gehoorzaamt aan de Apostolische Stoel, de Ordinaris of de Overste die iets op wettige wijze voorschrijft of verbiedt, en na een vermaning in de ongehoorzaamheid volhardt.