De priesters aan wie hoofdelijk, volgens can. 517, § 1, de pastorale zorg over een parochie of verschillende parochies tegelijk toevertrouwd wordt:
1. moeten de eigenschappen bezitten waarover in can. 521;
2. dienen benoemd of aangesteld te worden volgens de voorschriften van de canones 522 en 524;
3. ontvangen de pastorale zorg eerst vanaf het ogenblik van de inbezitneming; hun moderator wordt in het bezit gesteld volgens de voorschriften van can. 527, § 2; voor de overig priesters evenwel neemt het wettig afleggen van de geloofsbelijdenis de plaats in van de inbezitneming.