
Aucturitate Ioannis Pauli PP. II - 25 januari 1983
§ 1 Uit de leden van de priesterraad worden door de diocesane Bisschop vrij enige priesters benoemd, niet minder in getal dan zes en niet meer dan twaalf, die voor vijf jaar het consultorencollege vormen, waaraan de door het recht bepaalde zaken toekomen; na het verstrijken van de vijf jaar blijft het de hem eigen taken uitoefenen totdat een nieuw college samengesteld is.
§ 2 De leiding van het consultorencollege berust bij de diocesane Bisschop; wanneer evenwel de zetel verhinderd of vacant is, bij degene die tussentijds de plaats van de Bisschop inneemt of, als deze nog niet aangesteld is, bij de naar wijding oudste priester van het consultorencollege.
§ 3 De bisschoppenconferentie kan bepalen dat de taken van het consultorencollege aan het kathedrale kapittel toevertrouwd worden.
§ 4 In een apostolisch vicariaat of prefectuur komen de taken van het consultorencollege toe aan de missieraad waarover in can. 495, § 2, tenzij iets anders door het recht bepaald wordt.
§ 2 Indien binnen de voorgeschreven tijd om welke reden ook geen diocesaan Administrator wettig gekozen is, gaat de aanwijzing van deze over op de Metropoliet en, indien de metropolitane Kerk zelf vacant is, of tegelijkertijd de metropolitane en de suffragane Kerk, op de in aanstelling oudste suffragane Bisschop.