Aucturitate Ioannis Pauli PP. II - 25 januari 1983
§ 2 Geen enkele private vereniging van christengelovigen kan rechtspersoonlijkheid verwerven tenzij haar statuten door de kerkelijke overheid waarover in can. 312, § 1, goedgekeurd zijn; de goedkeuring van de statuten echter verandert niet de private aard van de vereniging.
§ 2 Het komt ook aan het kerkelijk gezag toe, met inachtneming evenwel van de autonomie welke de private verenigingen eigen is, toezicht uit te oefenen en ervoor te zorgen dat versnippering van krachten vermeden wordt, en dat de uitoefening van hun apostolaat op het algemeen welzijn gericht is.
§ 2 Een private vereniging van christengelovigen kan, indien zij een geestelijk raadsman wenst, deze vrij kiezen onder de priesters die wettig de bediening in het bisdom uitoefenen; deze behoeft echter de bevestiging van de plaatselijke Ordinaris.
§ 2 Zij valt onder het gezag van de plaatselijke Ordinaris volgens can. 1301 voor wat betreft het beheer en de besteding van goederen welke haar voor vrome bestemmingen geschonken of nagelaten zijn.
§ 2 De bestemming van de goederen van een vereniging welke opgehouden heeft te bestaan, moet volgens de statuten bepaald worden, behoudens verworven rechten en de wil van de schenkers.