Aucturitate Ioannis Pauli PP. II - 25 januari 1983
Na het ontvangen van de volgens can. 1677 ingediende aanvraag kan de Gerechtsvicaris of de door hem aangewezen rechter, met terzijde laten van de formaliteiten van het gewoon proces maar met dagvaarding van de partijen en met tussenkomst van de verdediger van de band, de nietigheid van een huwelijk door een vonnis verklaren, indien uit een document dat aan geen enkele tegenspraak of exceptie onderhevig is, het bestaan van een ongeldigmakend huwelijksbeletsel of van een gebrek in de wettige vorm met zekerheid vaststaat, mits het met gelijke zekerheid blijkt dat geen dispensatie gegeven is of dat het de gevolmachtigde aan een geldig mandaat ontbrak.
In de mate waarin het mogelijk is, dient de instructor in één zitting de bewijzen te verzamelen en een termijn van vijftien dagen vast te stellen waarbinnen de bemerkingen voor de band en, indien beschikbaar, de verdedigingen voor de partijen moeten voorgelegd worden.