
Aucturitate Ioannis Pauli PP. II - 25 januari 1983
In de graad van beroep moet op dezelfde wijze als in de eerste instantie, met toepassing van dezelfde normen voor zover het kan, gehandeld worden; maar men dient, tenzij de bewijzen eventueel vervolledigd moeten worden, onmiddellijk na het vastleggen van het geschil volgens can. 1513, § 1 en can. 1639, § 1, over te gaan tot de bespreking van de zaak en tot het vonnis.
§ 2 De tussenkomst van de benadeelde partij waarover in § 1, wordt niet meer toegelaten, indien deze niet geschied is in de eerste graad van het strafgeding.
§ 3 Beroep in een zaak betreffende schade geschiedt volgens de canones 1628-1640, zelfs indien beroep in het strafgeding niet ingesteld kan worden; indien echter beide vormen van beroep, al is het door verschillende partijen, ingediend worden, dient er één geding van beroep plaats te vinden, behoudens het voorschrift van can. 1730.