
Aucturitate Ioannis Pauli PP. II - 25 januari 1983
§ 1 Met verwerping van elke tegenstrijdige gewoonte worden voorbehouden aan een collegiale rechtbank van drie rechters:
§ 2 De Bisschop kan zaken die moeilijker zijn of van groter belang, toevertrouwen aan het oordeel van drie of vijf rechters.
§ 3 Voor de behandeling van elke zaak afzonderlijk dient de Gerechtvicaris de rechters in volgorde per beurtrol op te roepen, tenzij de Bisschop in afzonderlijke gevallen anders bepaald heeft.
§ 4 Indien eventueel in eerste instantie geen college samengesteld kan worden, kan de bisschoppenconferentie, zolang deze onmogelijkheid voortduurt, toestaan dat een Bisschop zaken toevertrouwt aan één rechter-clericus die, waar het mogelijk is, een bijzitter en een onderzoeksrechter bij zich neemt.
§ 5 Eenmaal aangewezen rechters mag de Gerechtsvicaris niet vervangen, tenzij om een zeer ernstige reden die in een decreet uitgedrukt moet worden.
Een vonnis is slechts aangetast door het gebrek van herstelbare nietigheid, indien: