CODEX IURIS CANONICICodex van het Canonieke recht
(Soort document: Wetboek)
Aucturitate Ioannis Pauli PP. II -
25 januari 1983
§ 1 Uitboetingsstraffen die een dader kunnen treffen ofwel voor het leven ofwel voor een bepaalde tijd ofwel voor onbepaalde tijd, zijn, naast andere die een wet mogelijk vastgesteld heeft, de volgende:
- het verbod of het gebod te verblijven op een bepaalde plaats of in een bepaald ambtsgebied;
- de ontneming van een macht, ambt, taak, recht, privilege, bevoegdheid, gunst, titel, onderscheidingsteken, ook louter op eretitel toegekend;
- het verbod die zaken uit te oefenen welke opgesomd worden onder nr. 2, of het verbod deze op een bepaalde plaats of buiten een bepaalde plaats uit te oefenen; deze verboden gelden nooit op straffe van nietigheid;
- de overplaatsing naar een ander ambt bij wijze van straf;
- de wegzending uit de clericale staat.
§ 2 Alleen die uitboetingsstraffen kunnen van rechtswege opgelopen worden die in § 1, nr. 3 opgesomd worden.