Aan geen enkele straf is onderworpen degene die, wanneer hij een wet of verordening geschonden heeft:
het zestiende levensjaar nog niet voltooid heeft;
zonder schuld onwetend was dat hij een wet of verordening schond; onoplettendheid en dwaling echter worden gelijkgesteld met onwetendheid;
gehandeld heeft uit fysieke dwang, of wegens een toevallige omstandigheid die hij niet kon voorzien of die hij weliswaar voorzag maar niet kon tegengaan;
gehandeld heeft onder druk van ernstige vrees, hoewel slechts relatief ernstig, of uit nood of wegens ernstig ongemak, tenzij echter de handeling intrinsiek slecht is of de zielen tot nadeel strekt;
gehandeld heeft uit wettige verdediging tegen een onrechtmatige aanvaller van zichzelf of van een ander, daarbij de vereiste gematigdheid in acht nemend;