Aucturitate Ioannis Pauli PP. II - 25 januari 1983
§ 1 Wat de uitvaart betreft, moeten catechumenen gerekend worden tot de christengelovigen.
§ 2 De plaatselijke Ordinaris kan toestaan dat kinderen, van wie de ouders de bedoeling hadden hen te dopen maar die vóór het Doopsel gestorven zijn, een kerkelijke uitvaart krijgen.
§ 3 Aan gedoopten die lid zijn van een niet-katholieke Kerk of kerkelijke gemeenschap, kan de kerkelijke uitvaart toegestaan worden volgens het wijs oordeel van de plaatselijke Ordinaris, tenzij het vaststaat dat zij dit niet wilden en mits een eigen bedienaar niet beschikbaar is.
§ 1 Tenzij zij vóór hun dood enige tekenen van berouw gegeven hebben, moeten van de kerkelijke uitvaart uitgesloten worden:
§ 2 Als zich enige twijfel voordoet, dient men de plaatselijke Ordinaris te raadplegen en zich te houden aan zijn beslissing.
Aan wie uitgesloten is van de kerkelijke uitvaart, moet ook elke uitvaartmis geweigerd worden.