Aucturitate Ioannis Pauli PP. II - 25 januari 1983
§ 1 Als rechtspersonen worden opgericht ofwel krachtens rechtsvoorschrift zelf ofwel krachtens speciale verlening door de bevoegde overheid bij decreet gegeven, gehelen hetzij van personen hetzij van zaken, gericht op een met de zending van de Kerk overeenkomende doelstelling, die de doelstelling van enkelingen overstijgt.
§ 2 Onder de doelstellingen waarover in § 1, worden verstaan die welke werken betreffen van vroomheid, apostolaat of caritas, hetzij geestelijk hetzij tijdelijk van aard.
§ 3 De bevoegde overheid van de Kerk mag geen rechtspersoonlijkheid toekennen tenzij aan die gehelen van personen of zaken die een werkelijk nuttige doelstelling nastreven en die, alles in overweging genomen, over de middelen beschikken waarvan men voorziet dat ze kunnen volstaan om het gestelde doel te bereiken.
§ 1 Onder de naam vrome stichtingen worden in het recht verstaan:
§ 2 Goederen van een niet-zelfstandige vrome stichting moeten, als zij toevertrouwd zijn aan een rechtspersoon die aan de diocesane Bisschop onderworpen is, na verstrijken van de tijd bestemd worden voor het instituut waarover in can. 1274, § 1, tenzij de, uitdrukkelijk kenbaar gemaakte, wilsbeschikking van de stichter anders geweest is; anders vervallen ze aan de rechtspersoon zelf.