De zielzorgers zijn verplicht ervoor te zorgen dat de eigen kerkelijke gemeenschap de christengelovigen begeleiding biedt, opdat hierdoor de huwelijksstaat in een christelijke geest bewaard blijft en in volmaaktheid groeit. Deze begeleiding moet vooral geboden worden door:
prediking, een aan minderjarigen, jongeren en volwassenen aangepaste catechese, zelfs met gebruik van de sociale communicatiemiddelen, opdat de christengelovigen daardoor onderricht worden in de betekenis van het christelijk huwelijk en in de taak van christelijke echtgenoten en ouders;
persoonlijke voorbereiding om in het huwelijk te treden, opdat de huwenden daardoor tot een goede gesteltenis gebracht worden met betrekking tot de heiligheid en de plichten van hun nieuwe levensstaat;
een vruchtbare liturgische huwelijksviering, opdat daardoor aan de dag treedt dat de echtgenoten het mysterie van de eenheid en van de vruchtbare liefde tussen Christus en de Kerk betekenen en eraan deelhebben;
het verlenen van hulp aan gehuwden, opdat zij, door het getrouw bewaren en behoeden van het huwelijksverbond, ertoe komen van dag tot dag een heiliger en rijker gezinsleven te leiden.