
H. Paus Johannes Paulus II - 1 mei 1991
Heel de menselijke activiteit speelt zich af binnen een cultuur en in wisselwerking daarmee. Voor een passende vorming van de cultuur is betrokkenheid van heel de mens vereist, die daarin zijn creativiteit, intelligentie en kennis van de wereld en de mensen ontplooit. Hij investeert daarin bovendien zijn vermogen tot zelfbeheersing, tot persoonlijke offers, tot solidariteit en tot bereidheid om het algemeen welzijn te bevorderen. Daarom wordt het eerste en belangrijkste werk verricht in het hart van de mens. De wijze waarop deze zich inspant om zijn eigen toekomst op te bouwen hangt af van de opvatting die hij heeft over zichzelf en over zijn bestemming. Het is op dit niveau dat de specifieke en beslissende bijdrage van de Kerk ten behoeve van de authentieke cultuur haar plaats heeft. Zij bevordert de kwaliteit van de menselijke houdingen die de cultuur van de vrede begunstigen, tegen de modellen die de mens in de massa laten verdwijnen, de rol van zijn initiatief en vrijheid miskennen en zijn grootheid leggen in zijn vaardigheden in het conflict en in de oorlog. De Kerk verleent deze dienst door de waarheid te verkondigen over de schepping van de wereld, die God in de handen van de mensen heeft gelegd, opdat zij haar door hun arbeid vruchtbaar en volmaakter maken, en door de waarheid te verkondigen over de verlossing, waardoor Gods Zoon alle mensen heeft gered en hen tegelijk met elkaar heeft verenigd en voor elkaar verantwoordelijk heeft gemaakt. De Heilige Schrift spreekt ons voortdurend over de actieve inzet voor de broeder en houdt ons de eis voor van een medeverantwoordelijkheid die alle mensen moet omvatten.
Deze eis blijft niet stilstaan bij de grenzen van het eigen gezin en ook niet bij die van de natie of staat. Hij strekt zich volgens de juiste orde uit tot heel de mensheid, zodat geen enkele mens moet denken dat hij vreemd of onverschillig kan blijven voor het lot van een ander lid van de mensenfamilie. Geen enkele mens mag beweren niet verantwoordelijk te zijn voor het lot van zijn broeder Vgl. Gen. 4, 9 Vgl. Lc. 10, 29-37 Vgl. Mt. 25, 31-46 . De oplettende en bereidwillige zorg voor de naaste op het ogenblik zelf van zijn nood, welke nu ook vergemakkelijkt wordt door de nieuwe communicatiemiddelen die de mensen dichter bij elkaar gebracht hebben, is bijzonder belangrijk met betrekking tot het zoeken van middelen voor de oplossing van de internationale conflicten welke alternatieven voor de oorlog zijn. Het is niet moeilijk te stellen dat de verschrikkelijke kracht van de vernietigingsmiddelen, welke nu zelfs verworven kunnen worden door de middelgrote en kleine machten, en de steeds nauwere band tussen de volkeren van heel de aarde het zeer moeilijk of praktisch onmogelijk maken om de gevolgen van een conflict te beperken.