H. Paus Johannes Paulus II - 11 juni 1999
Dierbare Broeders en Zusters!
Het eeuwfeest van de toewijding van het menselijk geslacht aan het Goddelijk Hart van Jezus, voorgeschreven voor geheel de Kerk door mijn Voorganger Leo XIII met de encycliek Paus Leo XIII - Encycliek
Annum Sacrum
Over de toewijding van het Mensdom aan Allerheiligst Hart van Jezus -Tevens afkondiging Heilig Jaar 1900
(25 mei 1899), en welke plaatsvond op 11 juni 1899, maakt ons allereerst dankbaar jegens “Hem die ons liefheeft en van de zonden heeft verlost door zijn bloed, die ons gemaakt heeft tot een koninklijk geslacht van priesters voor zijn God en Vader” (Openb. 1, 5).
De gelukkige omstandigheid toont zich bovendien als een zeer gunstig ogenblik om na te denken over de betekenis en waarde van deze belangrijke kerkelijke handeling. Met de encycliek Paus Leo XIII - Encycliek
Annum Sacrum
Over de toewijding van het Mensdom aan Allerheiligst Hart van Jezus -Tevens afkondiging Heilig Jaar 1900
(25 mei 1899) heeft paus Leo XIII bevestigd wat door zijn Voorgangers is gedaan om de devotie en de spiritualiteit van het Heilig Hart godsdienstig te bewaren en te onderstrepen. Vervolgens wilde hij met de toewijding “buitengewone vruchten, allereerst voor het christendom, maar ook voor de gehele menselijke gemeenschap” verkrijgen Paus Leo XIII, Encycliek, Over de toewijding van het Mensdom aan Allerheiligst Hart van Jezus -
Tevens afkondiging Heilig Jaar 1900, Annum Sacrum (25 mei 1899), 1. Doordat hij vroeg dat niet enkel gelovigen maar alle mensen zouden toegewijd worden, gaf hij een nieuwe richting en betekenis aan de toewijding die reeds sinds twee eeuwen werd toegepast door individuele personen, groepen, bisdommen en landen.
De toewijding van het menselijk geslacht aan het Hart van Jezus werd zo door Leo XIII voorgesteld als “hoogtepunt en bekroning van alle eerbetuigingen die gewoonlijk werden verricht jegens het Allerheiligste Hart” Paus Leo XIII, Encycliek, Over de toewijding van het Mensdom aan Allerheiligst Hart van Jezus -
Tevens afkondiging Heilig Jaar 1900, Annum Sacrum (25 mei 1899), 2. Zulk een toewijding, zo verklaart de Encycliek, is men verschuldigd aan Christus, Verlosser van het menselijk geslacht, voor wat Hij is in zichzelf en voor wat Hij gedaan heeft voor alle mensen. Aangezien de gelovige in het Heilig Hart het symbool en het levende beeld ontmoet van de oneindige liefde van Christus, die uit zichzelf ons aanzet tot de liefde voor anderen, kan hij niet anders dan de noodzaak erkennen om persoonlijk deel te hebben aan het verlossingswerk. Daarom wordt elk lid van de Kerk uitgenodigd om toewijding te zien als een zich geven en een zich verplichten jegens Jezus Christus, de Koning “van de verloren zonen”, de Koning die allen roept “tot de haven van de waarheid en de eenheid van het geloof”, de Koning van allen die wachten om geleid te worden “in het licht van God en Zijn rijk” Paus Leo XIII, Gebeden, Akte van toewijding van het mensdom aan het Allerheiligst Hart van Jezus (25 mei 1899). Toewijdingsformule. Zo verstaan dient de toewijding verbonden te worden met de missionaire activiteit van de Kerk, omdat het beantwoordt aan het verlangen van het Hart van Jezus om, door middel van de leden van Zijn Lichaam, Zijn volledige toewijding aan het Rijk te verkondigen en de Kerk steeds meer te verenigen in het offer aan de Vader en aan Zijn leven voor de anderen. De geldigheid van wat gebeurd is op 11 juni 1899 heeft een gezaghebbende bevestiging gevonden in hetgeen mijn Voorgangers hebben geschreven door een leerstellige verdieping te bieden omtrent de devotie tot het Heilig Hart en een regelmatige vernieuwing van de act van toewijding voor te schrijven. Onder hen herinner ik dankbaar aan de heilige opvolgers van Leo XIII, paus Pius X, die in 1906 voorschreef de toewijding elk jaar te hernieuwen; Paus Pius XI zaliger die eraan herinnerde in de encycliek Paus Pius XI - Encycliek
Quas Primas
Over het feest van Christus Koning
(11 december 1925) bij het Heilig Jaar 1925 en in Paus Pius XI - Encycliek
Miserentissimus Redemptor
Over het eerherstel aan het Heilig Hart van Jezus
(8 mei 1928); zijn opvolger, de dienaar Gods Pius XII, die dit onderwerp behandelde in de encyclieken Paus Pius XII - Encycliek
Summi Pontificatus
Over de eenheid van de menselijke maatschappij
(20 oktober 1939) en Paus Pius XII - Encycliek
Haurietis aquas in gaudio
Over de verering van het Allerheiligst Hart van Jezus
(15 mei 1956). Vervolgens wilde de dienaar Gods Paulus VI, in het licht van het Tweede Vaticaans Concilie, hiernaar verwijzen in zijn apostolische brief H. Paus Paulus VI - Apostolische Brief
Investigabiles Divitias Christi
Bij gelegenheid van het tweede eeuwfeest van de instelling van het feest ter ere van het Heilig Hart
(6 februari 1965) en in de brief H. Paus Paulus VI - Brief
Diserti interpretes
Aan de oversten van de instituten die de naam van het Hart van Jezus dragen
(25 mei 1965) van 25 mei 1965, gericht aan de oversten van de instituten die de naam van het Hart van Jezus dragen.
Ook ik heb meermaals mijn Broeders in het bisschopsambt, de priesters, religieuzen en gelovigen uitgenodigd om in hun leven de meest authentieke vormen van de devotie tot het Hart van Jezus te ontwikkelen. In dit jaar dat gewijd is aan God de Vader, herinner ik aan wat ik geschreven heb in de encycliek H. Paus Johannes Paulus II - Encycliek
Dives in Misericordia
Over de Goddelijke Barmhartigheid
(30 november 1980): “De Kerk lijkt vooral dan de barmhartigheid van God te belijden en te eren, als zij zich tot het hart van Christus wendt. Want als wij tot Christus naderen in het mysterie van zijn hart, mogen wij ons juist in deze in zekere zin centrale en tegelijk voor de mensen meest toegankelijke dimensie van de openbaring van de liefde van de barmhartige Vader verdiepen, een openbaring die het wezen van de Messiaanse zending van de Mensenzoon vormt.” H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, Over de Goddelijke Barmhartigheid, Dives in Misericordia (30 nov 1980), 13. Ter gelegenheid van het Hoogfeest van het Heilig Hart en van de maand juni, heb ik de gelovigen vaak aangespoord om te volharden in de praxis van deze devotie, die “een boodschap bevat die vandaag een buitengewone actualiteit bezit” omdat “vanuit het Hart van de Zoon van God, gestorven aan het kruis, is de eeuwigdurende bron van het leven, die hoop geeft aan elke mens, ontstaan. Vanuit het Hart van de gekruisigde Christus wordt de nieuwe mensheid, verlost van de zonde, geboren. De mens in het jaar 2000 heeft het Hart van Christus nodig om God en zichzelf te kennen; hij heeft het nodig om een beschaving van liefde op te bouwen” Paus Johannes Paulus II, Insegnamenti, XVII, 1 (1994), 1152.
De toewijding van het menselijk geslacht in 1899 vormt een buitengewoon belangrijke stap in de geschiedenis van de Kerk en het is nog altijd goed om deze elk jaar bij het feest van het Heilig Hart te vernieuwen. Dit geldt ook voor de akte van herstel die men gewoonlijk uitspreekt op het feest van Christus Koning. Tevens klinken de woorden van Leo XIII nog altijd actueel: “Wij moeten onze toevlucht nemen die Hij die is de Weg, de Waarheid en het Leven. Wij zijn afgedwaald, wij moeten terugkeren op de Weg; de geesten zijn verduisterd, we moeten de duisternis verdrijven door het licht van de Waarheid; de dood heeft de overhand gekregen, we moeten het Leven doen triomferen.” Paus Leo XIII, Encycliek, Over de toewijding van het Mensdom aan Allerheiligst Hart van Jezus -
Tevens afkondiging Heilig Jaar 1900, Annum Sacrum (25 mei 1899), 12. Is dit niet het programma van het Tweede Vaticaans Concilie en van mijn eigen pontificaat?