HET "PROFETISCHE CHARISMA" VAN VROUWENInternational Stadium - Amman (Jordanië) - Viering van de 4de Zondag van Pasen
(Soort document: Paus Benedictus XVI - Homilie)
Paus Benedictus XVI -
10 mei 2009
HET "PROFETISCHE CHARISMA" VAN VROUWEN
International Stadium - Amman (Jordanië) - Viering van de 4de Zondag van Pasen
Dierbare broeders en zusters in Christus!
Ik verheug mij erover dat wij aan het begin van mijn bedevaart in het Heilig Land gezamenlijk deze Eucharistie kunnen vieren. Gisteren stond ik op de top van de berg Nebo en keek vandaar uit over dit grote land, het land van Mozes, van Elia en van Johannes de Doper, het land waar Gods aloude beloften werden vervuld in de komst van de Messias, onze Heer Jezus. Dit land was getuige van Zijn verkondiging en Zijn wonderen, van Zijn dood en Zijn verrijzenis, evenals van de uitstorting van de heilige Geest over de Kerk, het sacrament van een verzoende en vernieuwde mensheid. Terwijl ik nadacht over het mysterie van Gods trouw, bad ik dat de Kerk in dit gebied gesterkt mag worden in hoop en in haar getuigenis van de verrezen Christus, de Redder van de mensheid. Er is waarlijk “geen andere Naam onder de hemel aan de mensen gegeven waarin wij gered moeten worden”, zoals de heilige Petrus ons vandaag in de eerste lezing zegt (Hand. 4, 12).
In de vreugdevolle viering van het Eucharistisch Offer vandaag wordt de rijke verscheidenheid van de katholieke Kerk in het heilig Land tot uitdrukking gebracht. Ik begroet u allen van harte in de Heer. Ik dank Zijn Zaligheid Fouad Twal, de Latijnse patriarch van Jeruzalem, voor zijn vriendelijke woorden van welkom. Met hoogachting en dankbaarheid begroet ik eveneens Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Ghazi Bin Mohammad, die de koning van Jordanië vertegenwoordigt, en ik dank hem voor zijn aanwezigheid onder ons. Mijn groet is ook gericht aan de vele jonge mensen van de katholieke scholen die vandaag hun enthousiasme naar deze Eucharistieviering meebrengen.
In het Evangelie dat we zojuist gehoord hebben, verkondigt Jezus: “Ik ben de goede Herder. De goede Herder geeft Zijn leven voor Zijn schapen”. (
Joh. 10, 11). Als opvolger van de heilige Petrus, aan wie de Heer de zorg voor Zijn kudde heeft toevertrouwd
Vgl. Joh. 21, 15-17
, heb ik lang uitgezien naar deze gelegenheid als getuige van de verrezen Verlosser voor u te staan en u te bemoedigen om te volharden in het geloof, in de hoop en in de liefde, in trouw aan de eerbiedwaardige oude tradities en aan de roemrijke geschiedenis van het christelijk getuigenis, die bij u teruggaat tot aan de tijd van de apostelen. De katholieke gemeenschap hier wordt ten diepste geraakt door de moeilijkheden en de onzekerheid waardoor alle mensen in het Nabije Oosten getroffen worden. U mag nooit de grote waardigheid vergeten die haar oorsprong vindt in uw christelijk erfdeel, en u mag steeds de liefdevolle solidariteit van al uw broeders en zusters in de Kerk over de gehele wereld gewaar zijn!
“Ik ben de goede Herder”, zo zegt ons de Heer, “Ik ken de Mijnen en de Mijnen kennen Mij” (
Joh. 10, 14). Vandaag vieren wij in Jordanië de Internationale Gebedsdag voor Roepingen. Terwijl wij het Evangelie van de goede Herder overwegen, willen wij de Heer vragen ons hart en ons verstand steeds meer te openen om Zijn roep te horen. Jezus “kent ons” – zelfs nog beter dan wij onszelf kennen – en Hij heeft voor ieder van ons een plan. Wij weten ook dat wij daar waar Hij ons roept geluk en vervulling, ja, ons eigen ware zelf zullen vinden
Vgl. Mt. 10, 39
. Vandaag nodig ik de vele jonge mensen die hier aanwezig zijn uit erover na te denken hoe de Heer hen roept om Hem na te volgen en Zijn Kerk op te bouwen. Of het nu in het priesterschap is, of in het gewijde leven of in het sacrament van het huwelijk, Jezus heeft jullie nodig, opdat mensen Zijn stem zullen horen, en om te werken aan de groei van Zijn Rijk.
In de tweede lezing van vandaag nodigt Johannes ons uit met de woorden: “Hoe groot is de liefde die de Vader ons betoond heeft” (
1 Joh. 3, 1), want Hij heeft ons tot Zijn kinderen in Christus gemaakt. Als wij deze woorden horen, moeten wij dankbaar zijn voor de liefde van deze Vader, die wij in ons gezin hebben ervaren door de liefde van onze vader en moeder, van onze grootouders, van onze broers en zussen. In het Jaar van het Gezin, dat nu wordt gevierd, heeft de Kerk in het Heilig Land nagedacht over het gezin als mysterie van levenschenkende liefde. Het gezin behoort tot Gods plan en heeft een eigen roeping en zending: het uitstralen van de goddelijke liefde, die de bron en de uiteindelijke vervulling is van iedere andere liefde in ons leven. Moge ieder christelijk gezin groeien in trouw aan zijn hoge roeping om een ware school van gebed te zijn, waar de kinderen oprechte liefde tot God kunnen leren, waar ze rijpen in zelfdiscipline en het zorgen voor de noden van anderen en waar zij, gevormd door de wijsheid die voortkomt uit het geloof, bijdragen tot het opbouwen van een steeds rechtvaardiger en meer broederlijke gemeenschap. De sterke christelijke gezinnen van dit gebied vormen een grote erfenis, die is doorgegeven door eerdere generaties. Ik wens dat de huidige gezinnen trouw mogen zijn aan deze indrukwekkende erfenis en dat hun nooit de materiële en morele steun mag ontbreken, die zij nodig hebben om hun onvervangbare rol in dienst van de samenleving uit te oefenen.
Een belangrijk aspect van uw overweging in dit Jaar van het Gezin was de bijzondere waarde, roeping en zending van de vrouw in Gods plan. Hoeveel dankt de Kerk in dit gebied niet aan het geduldige, liefdevolle en trouwe getuigenis van talloze christelijke moeders, religieuzen, leraressen en verpleegsters! Hoeveel dankt uw samenleving niet aan al die vrouwen die op verschillende manieren hun leven hebben gewijd aan het opbouwen van de vrede en aan het bevorderen van de liefde! Op de allereerste bladzijden van de Bijbel zien wij al dat man en vrouw naar Gods beeld en gelijkenis worden geschapen en ertoe bestemd zijn elkaar aan te vullen als beheerders van Gods gaven en partners in het doorgeven van Zijn gave van het leven – zowel het lichamelijke als ook het geestelijke leven – aan onze wereld. Helaas is deze door God geschonken waardigheid en rol van de vrouw niet altijd voldoende begrepen en gewaardeerd. De Kerk en de samenleving als geheel hebben erkend hoe dringend wij behoefte hebben aan wat Paus Johannes Paulus II zaliger het “profetische charisma” van de vrouwen noemde
Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Apostolische Brief, Over de waardigheid en de roeping van de vrouw, Mulieris Dignitatem (15 aug 1988), 29. Als boden van liefde, leermeesters van barmhartigheid en opbouwers van vrede brengen zij warmte en menselijkheid in een wereld die de waarde van een mens maar al te vaak afmeet aan de koude maatstaven van nut en profijt. Omdat de Kerk openlijk getuigt van haar achting voor de vrouw en de inherente waardigheid van iedere mens verdedigt, kan zij in het Heilig Land een belangrijke bijdrage leveren aan het bevorderen van een cultuur van ware menselijkheid en aan het opbouwen van een beschaving van de liefde.
Dierbare vrienden, laten we terugkeren naar de woorden van Jezus in het evangelie van vandaag. Ik geloof dat die een bijzondere boodschap bevatten voor u, Zijn trouwe kudde in dit gebied waar Hij eens leefde. “De goede Herder”, zegt Hij, “geeft Zijn leven voor Zijn schapen”. Aan het begin van deze Mis hebben wij de Vader gevraagd ons nieuwe kracht te schenken door de moed van Christus onze Herder, die standvastig bleef in Zijn trouw aan de wil van de Vader. Moge de moed van Christus, onze Herder, uw dagelijkse aansporing en ondersteuning zijn bij uw pogingen te getuigen van het christelijk geloof en de aanwezigheid van de Kerk overeind te houden in de veranderende sociale structuur van dit aan historie zo rijke gebied.
De trouw aan uw christelijke wortels, de trouw aan de zending van de Kerk in het Heilig Land eist van ieder van u een bijzondere soort moed: de moed van de overtuiging, die voortkomt uit het persoonlijke geloof, niet alleen uit sociale conventies of familietraditie; de moed de dialoog aan te gaan en samen te werken met andere christenen in dienst van het evangelie en in solidariteit met de armen, de verdrevenen en de slachtoffers van grote menselijke tragedies; de moed nieuwe bruggen te bouwen om een vruchtbare ontmoeting met mensen van verschillende godsdiensten en culturen mogelijk te maken en daardoor de structuur van de samenleving te verrijken. Het betekent ook getuigenis afleggen van de liefde die ons aanspoort ons leven in dienst aan anderen te “geven” en daardoor in te gaan tegen de mentaliteit die het “nemen” van onschuldig menselijk leven rechtvaardigt.
“Ik ben de goede Herder; Ik ken de Mijnen en de Mijnen kennen Mij” (
Joh. 10, 14). Verheugt u,omdat de Heer u bij uw naam heeft geroepen en opgenomen in Zijn kudde. Volgt Hem met vreugde na en laat u op al uw wegen door Hem leiden! Jezus weet voor welke uitdagingen u staat, welke beproevingen u verduurt en hoeveel goed u in Zijn Naam doet. Vertrouwt op Hem, op Zijn altijddurende liefde voor alle schapen van Zijn kudde, en volhardt in uw getuigenis voor de overwinning van Zijn liefde. De heilige Johannes de Doper, patroon van Jordanië, en de heilige Maagd en Moeder Maria mogen u ondersteunen door hun voorbeeld en hun gebed en u brengen tot de volheid van de vreugde in de eeuwige weiden, waar wij de aanwezigheid van de goede Herder en de alomvattendheid van Zijn liefde voor altijd zullen ervaren.
Amen.
© 2009, Libreria Editrice Vaticana / RKKerk.nl
Vert.: Dr. N. Stienstra met medewerking van drs. N. Schnell, pr.; Alineaverdeling en -nummering: redactie